Beurtzang ‘attende domine’
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
Ad te, Rex summe, omnium redemptor, oculos nostros sublevamus flentes: exaudi, Christe, supplicantum preces. |
Tot U, hoogste Koning, Verlosser van allen, heffen wij wenend onze ogen; verhoor, Christus, de gebeden van hen die U smeken. |
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
Dextera Patris, lapis angularis, via salutis, janua caelestis, ablue nostri maculas delicti. |
Rechterhand des Vaders, hoeksteen, weg des heils, poort des hemels, was de smetten onzer boosheid af. |
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
| |
Wij bidden, God, uw Majesteit: verhoor met uw heilige oren ons klagen; vergeef genadig onze zonden. |
Rogamus, Deus, tuam majestatem: auribus sacris gemitus exaudi; crimina nostra placidus indulge. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
U belijden wij de bedreven zonden; met berouwvol hart leggen wij alle verborgen boosheid voor U bloot; uwe liefde, Verlosser, moge haar kwijtschelden. |
Tibi fatemur crimina admissa: contrito corde pandimus occulta; tua, Redemptor, pietas ignoscat. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
Gij, onschuldig gevangen, vrijwillig weggevoerd, op vals getuigenis voor de zondaars veroordeeld, Christus, bewaar hen die Gij hebt verlost. |
Innocens captus, nec repugnans ductus, testibus falsis pro impiis damnatus: quos redemisti, tu conserva, Christe. |
Wend U tot ons, Heer, en heb ontferming, want wij hebben tegen U gezondigd. |
Attende, Domine, et miserere, quia peccavimus tibi. |
|
|