| |
| |
| |
Getijden op de eerste zondag van de vasten
¶ Op Zaterdag voor de eerste Zondag van de Vasen zijn de Vespers tot het Kapittel zoals op Zaterdag, bladz. 217; van het Kapittel af kan men ze bidden zoals op de eerste Zondag, bladz. 610.
| |
De lauden
Onze Vader. Wees gegroet. |
Pater. Ave. |
God, kom mij te hulp. |
Deus, in adjutorium. |
|
1 Ant. |
1 Ant. |
SCHEP in mij * een zuiver hart, o God, en vernieuw een vaste geest in mijn binnenste. |
COR mundum * crea in me, Deus, et spiritum rectum innova in visceribus meis. |
De psalm Miserere mei Deus en de volgende zoals op Zondag, bladz. 107.
2 Ant. Weet, * dat de Heer God is; Hij heeft ons gemaakt, en niet wij onszelven. |
2 Ant. Scitote * quoniam Dominus ipse est Deus: ipse fecit nos, et non ipsi nos. |
3 Ant. Zo zal ik U lofzingen * geheel mijn leven, Heer; en mijn handen heffen in uw Naam. |
3 Ant. Sic benedicam * te in vita mea, Domine: et in nomine tuo levabo manus meas. |
4 Ant. In geest van ootmoed * en met berouwvol hart mogen wij door U, Heer, worden aangenomen; en moge ons offer zo voor uw aanschijn zijn, dat het heden door U worde aanvaard en U welgevallig zij, Heer en God. |
4 Ant. In spiritu * humilitatis, et in animo contrito suscipiamur, Domine, a te: et sic fiat sacrificium nostrum, ut a te suscipiatur hodie, et placeat tibi, Domine Deus. |
5 Ant. Looft God, * hemelen der hemelen, en alle wateren. |
5 Ant. Laudate Deum, * caeli caelorum, et aquae omnes. |
| |
Kapittel 2 Cor. 6, 1-2
Broeders, wij vermanen u, dat gij Gods genade niet zoudt ontvangen zonder vrucht. Hij zegt immers: Op de tijd die Mij behaagt, zal Ik u verhoren, en op de dag des heils kom Ik u helpen. ℟. Gode zij dank. |
Fratres: Hortamur vos, ne in vacuum gratiam Dei recipiatis. Ait enim: Tempore accepto exaudivi te, et in die salutis adjuvi te. ℟. Deo gratias. |
| |
Morgenlofzang
Nu, Christus, Gij gerechte Zon,
moge in het duister van de geest |
Jam, Christe, sol justitiae,
mentis diescant tenebrae, |
| |
| |
virtutum ut lux redeat,
terris diem cum reparas. |
weer dagen aller deugden licht,
bij 't lichten van de nieuwe dag. |
Dans tempus acceptabile,
et paenitens cor tribue:
convertat ut benignitas,
quos longa suffert pietas. |
Geef ons de aangename tijd,
een hart ook vol boetvaardigheid;
dat wie ontferming reeds zo lang
verdroeg, u wgoedheid tot U buig. |
Quiddamque paenitentiae
da ferre, quamvis gravium,
majore tuo munere,
quo demptio fit criminum. |
Geef ons te boeten, zij 't niet veel;
te groot is onze zondenlast,
maar groter nog is uw geschenk
waardoor zij ons wordt uitgewist. |
Dies venit, dies tua,
in qua reflorent omnia:
laetemur in hac ad tuam
per hanc reducti gratiam. |
Reeds komt de dag, uw dag, nabij
als 't al opnieuw in bloei zal staan;
die dag zij onze vreugd, want hij
brengt ons tot uw genade weer. |
Te rerum universitas,
clemens, adoret, Trinitas,
et nos novi per veniam
novum canamus canticum. |
Dat alle ding uw goedheid eer,
aanbiddend uw Drievuldigheid,
en wij, vernieuwd door uw gena,
zingen voor U het nieuwe lied. |
Amen. |
Amen. |
℣. Angelis suis Deus mandavit de te. ℟. Ut custodiant te in omnibus viis tuis. |
℣. Zijn engelen heeft God over u bevolen. ℟. U te bewaren op al uwe wegen. |
Ant. Ductus est Jesus * in desertum a Spiritu, ut tentaretur a diabolo: et cum jejunasset quadraginta diebus et quadraginta noctibus, postea esuriit. |
Ant. Jesus * werd door den Geest naar de woestijn gevoerd, om door den duivel bekoord te worden; en toen Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, gevoelde Hij ten slotte honger. |
Lofzang Benedictus, bladz. 115.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus, qui Ecclesiam tuam annua Quadragesimali observatione purificas: praesta familiae tuae; ut, quod a te obtinere abstinendo nititur, hoc bonis operibus exsequatur. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die jaarlijks uw Kerk door het onderhouden van de veertigdaagse boete reinigt; verleen uw onderhorigheid, dat zij hetgeen zij door onthouding van U tracht te verkrijgen, door goede werken zoeke te bereiken. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
| |
| |
| |
De vespers
Tot het Kapittel zoals op gewone Zondagen, bladz. 187.
| |
Kapittel 2 Cor. 6, 1-2
BROEDERS, wij vermanen u, dat gij Gods genade niet zoudt ontvangen zonder vrucht. Hij zegt immers: Op de tijd die Mij behaagt, zal Ik u verhoren, en op de dag des heils kom Ik u helpen. ℟. Gode zij dank. |
FRATRES: Hortamur vos, ne in vacuum gratiam Dei recipiatis. Ait enim: Tempore accepto exaudivi te, et in die salutis adjuvi te. ℟. Deo gratias. |
| |
Lofzang van den heiligen Gregorius den Grote
¶ Gewijzigde tekst met melodie op bladz. 1525.
In uwe goedheid, Schepper, hoor
naar ons gebed dat met geween
wij brengen in deez' heiliging
van veertigdaagse vastentijd. |
Audi, benigne Conditor,
nostras preces cum fletibus,
in hoc sacro jejunio
fusas quadragenario. |
Die mild het diepst der harten peilt
en kent de zwakheid onzer kracht,
reik aan wie tot U wederkeert
van uw vergeving het geschenk. |
Scrutator alme cordium,
infirma tu scis virium:
ad te reversis exhibe
remissionis gratiam. |
Wel hebben zeer gezondigd wij,
maar spaar wie U zijn schuld belijdt;
uw Naam tot heerlijkheid verleen
den zieken uwe artsenij. |
Multum quidem peccavimus,
sed parce confitentibus:
ad laudem tui nominis
confer medelam languidis. |
Geef dat het lichaamshulsel zo
door vasten worde uitgeput;
opdat de geest in soberheid
onthoude zich van zondensmet. |
Sic corpus extra conteri
dona per abstinentiam;
jejunet ut mens sobria
a labe prorsus criminum. |
Geef, heilige Drievuldigheid,
volmaakte Enigheid, verleen
dat voor de uwen vruchtbaar zijn
de gaven van de vastentijd. |
Praesta, beata Trinitas,
concede, simplex Unitas,
ut fructuosa sint tuis
jejuniorum munera. |
Amen. |
Amen. |
℣. Zijn engelen heeft God over u bevolen. ℟. U te bewaren op al uwe wegen. |
℣. Angelis suis Deus mandavit de te. ℟. Ut custodiant te in omnibus viis tuis. |
Ant. Zie, nu is het de tijd * die Hem behaagt; zie, nu is het de dag des heils; laten wij in deze dagen onszelf tonen als dienaren van God, door veel geduld, door |
Ant. Ecce nunc tempus * acceptabile, ecce nunc dies salutis: in his ergo diebus exhibeamus nosmetipsos sicut Dei ministros, in mul- |
| |
| |
ta patientia, in jejuniis, in vigiliis, et in caritate non ficta. |
vasten en waken, en door ongeveinsde liefde. |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
|
Oremus. - Deus qui Ecclesiam tuam annua Quadragesimali observatione purificas: praesta familiae tuae; ut, quod a te obtinere abstinendo nititur, hoc bonis operibus exsequatur. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die jaarlijks uw Kerk door het onderhouden van de veertigdaagse boete reinigt; verleen uw onderhorigheid, dat zij hetgeen zij door onthouding van U tracht te verkrijgen, door goede werken zoeke te bereiken. Door onzen Heer. |
|
Domine, exaudi. |
Heer, verhoor. |
Benedicamus. |
Zegenen wij. |
Fidelium animae. |
Dat de zielen. |
Pater noster. |
Onze Vader. |
Dominus det nobis. |
De Heer geve ons. |
Hierna bidt men ter ere van de heilige Moeder van God: Ave, Regina caelorum, bladz. 201.
¶ Gedurende de eerste week van de Vasten, tot en met de Lauden van Zaterdag, bidt men de Lauden en Vespers tot het Kapittel zoals voor de betreffende weekdagen is aangegeven; van het Kapittel af kan men zowel Lauden als Vespers bidden zoals op de eerste Zondag van de Vasten. - In de Lauden als eerste psalm: Miserere mei Deus.
|
|