De vespers
Tot het Kapittel zijn de Vespers zoals op gewone Zondagen, bladz. 187.
Kapittel. 2 Cor. 11, 19-20. Broeders, gij zijt welwillend in het verdragen van onwijzen, omdat gij zelf wijs zijt. Gij verdraagt het immers, als men u in onvrijheid brengt, als men u uitbuit, als men u besteelt, als men zich boven u verheft, als men u in het aangezicht slaat, ℟. Gode zij dank. |
Capitulum. Fratres: Libenter suffertis insipientes, cum sitis ipsi sapientes: sustinetis enim si quis vos in servitutem redigit, si quis devorat, si quis accipit, si quis extollitur, si quis in faciem vos caedit. ℟. Deo gratias. |
Lofzang Lucis Creator optime met het volgende vers, bladz. 196.
Ant. U is het gegeven * het geheim van het rijk Gods te kennen; de overigen echter slechts in gelijkenissen. Aldus sprak Jesus tot zijn leerlingen. |
Ant. Vobis datum est * nosse mysterium regni Dei, ceteris autem in parabolis, dixit Jesus discipulis suis. |
Lofzang Magnificat, bladz. 198.
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
|
Laat ons bidden. - God, die ziet dat wij ons op geen enkel onzer werken kunnen verlaten; verleen goedgunstig, dat wij door de bescherming van den Leraar der heidenen tegen alle onheil worden beveiligd. Door onzen Heer. |
Oremus. - Deus, qui conspicis quia ex nulla nostra actione confidimus: concede propitius; ut contra adversa omnia Doctoris gentium protectione muniamur. Per Dominum. |
|
Heer, verhoor. |
Domine, exaudi. |
Zegenen wij. |
Benedicamus. |
Dat de zielen. |
Fidelium animae. |
Onze Vader. |
Pater. |
De Heer geve ons. |
Dominus det nobis. |
Hierna ter ere van de heilige Moeder van God: Ave Regina caelorum of (vóór 2 Februari) Alma Redemptoris Mater, bladz. 201 of 200.