2 februari
Opdracht van onzen Heer in de tempel
Veertig dagen oud wordt Christus de tempel binnengedragen om daar als iedere eerstgeborene van Israël te worden vrijgekocht. Een oude man en een oude vrouw, Simeon en Anna, ontvangen de genade den Heer te erkennen. Ook de smetteloze Moeder is gehoorzaam aan de oude wet en begeeft zich naar de tempel voor de rituele zuivering.
Dit feest is in de eerste plaats een feest des Heren. Vooral in de Westerse Kerk heeft men op deze dag echter graag het moederschap van de Maagd Maria overwogen en haar nederige gehoorzaamheid. Daarom noemde men dit feest ook wel Maria's Zuivering of Maria-Lichtmis. Deze laatste naam heeft betrekking op de bijzondere plechtigheid van deze dag: de plechtige kaarsenwijding, de processie en het blijde kaarsenlicht gedurende de daarop volgende eucharistische viering. Het is Christus zelf dien wij door dit licht verzinnebeelden, - gelijk Simeon zei: ‘een licht tot verlichting der heidenen en de heerlijkheid van zijn volk Israël’, - aldus aan het einde van de Kerstcyclus de mysteries van Epiphanie en Kerstmis, de verschijning des Heren aan de volkeren en aan de geroepenen uit het jodendom, tot één motief samenvattend.
Overweging - Hij dien de hemelen niet kunnen omvatten, komt binnen in een tempel van hout en steen. Maria draagt in haar armen den Zoon, die verwekt werd vóór de morgenster. De eeuwige Wetgever is onderdanig aan zijn eigen wet. Dit zijn in het kort de motieven van het mysterie des Heren, dat dit feest ons voor ogen stelt.
Het geheim van Christus' opdracht in de tempel is een nieuw aspect van het mysterie zijner menswording. De vóór eeuwigheid geboren Zoon wordt rondgedragen als een klein kind. Na de besnijdenis te hebben ondergaan, onderwerpt Hij Zich ook aan het voorschrift, dat alle mannelijke eerstgeborenen uit Israël van God moesten worden vrijgekocht. Door zelf aan de wet der voorafbeelding gehoorzaam te zijn, heeft God haar vervolmaakt tot de nieuwe wet van zijn heil. Want niet