| |
Getijden op de zondagen na de verschijning des Heren
Op de Zondagen tussen de octaafdag van de Verschijning des Heren en Septuagesima kan men de Lauden bidden, zoals voor de gewone Zondagen is aangegeven, bladz. 106.
De Vespers zijn op deze Zondagen als gewoonlijk, bladz. 187, behalve de antifoon bij de lofzang Magnificat en het Gebed.
| |
Vespers op de tweede zondag na de verschijning des Heren
Ant. bij Magn. Toen er gebrek aan wijn was, * gaf Jesus bevel de kruiken met water te vullen; en dit is veranderd in wijn, alleluja. |
Ad Magn. Ant. Deficiente vino, * jussit Jesus impleri hydrias aqua, quae in vinum conversa est, alleluja. |
Laat ons bidden. - Almachtige, eeuwige God, die zowel hemel als aarde bestuurt; verhoor goedgunstig de smeekbeden van uw volk, en schenk aan onze tijden uw vrede. Door onzen Heer. |
Oremus. - Omnipotens sempiterne Deus, qui caelestia simul et terrena moderaris: supplicationes populi tui clementer exaudi; et pacem tuam nostris concede temporibus. Per Dominum. |
| |
| |
| |
Vespers op de derde zondag na de verschijning des Heren
Ad Magn. Ant. Domine, * si vis, potes me mundare: et ait Jesus: Volo, mundare. |
Ant. bij Magn. Heer, * als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen; en Jesus sprak: Ik wil, word gereinigd. |
Oremus. - Omnipotens sempiterne Deus, infirmitatem nostram propitius respice: atque ad protegendum nos dexteram tuae majestatis extende. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - Almachtige, eeuwige God, zie genadig neer op onze zwakheid; en strek de rechterhand van uw Majesteit uit om ons te beschermen. Door onzen Heer. |
| |
Vespers op de vierde zondag na de verschijning des Heren
Ad. Magn. Ant. Domine, * salva nos, perimus: impera, et fac, Deus, tranquillitatem. |
Ant. bij Magn. Heer, * red ons, wij vergaan; geef uw bevel, God, en maak dat het rustig zij. |
Oremus. - Deus, qui nos, in tantis periculis constitutos, pro humana scis fragilitate non posse subsistere: da nobis salutem mentis et corporis; ut ea, quae pro peccatis nostris patimur, te adjuvante, vincamus. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - God, die weet dat wij, ten gevolge van onze menselijke zwakheid, te midden van zo grote gevaren geen stand kunnen houden; geef ons de gezondheid naar ziel en lichaam, opdat wij datgene wat wij om onze zonden te lijden hebben, met uw hulp ovenvinnen. Door onzen Heer. |
| |
Vespers op de vijfde zondag na de verschijning des Heren
Ad Magn. Ant. Colligite * primum zizania, et alligate ea in fasciculos ad comburendum: triticum autem congregate in horreum meum, dicit Dominus. |
Ant. bij Magn. Verzamelt * eerst het onkruid, en bindt het tot bundels om het te verbranden; maar brengt de tarwe bijeen in mijn voorraadschuur, zegt de Heer. |
Oremus. - Familiam tuam, quaesumus, Domine, continua pietate custodi: ut, quae in sola spe gratiae caelestis innititur, tua semper protectione muniatur. Per Dominum. |
Laat ons bidden. - Waak, vragen wij, Heer, met onafgebroken vaderlijke zorg over uw onderhorigheid; opdat zij, daar zij alleen steun vindt in de hoop op hemelse genade, steeds door uw bescherming worde behoed. Door onzen Heer. |
| |
| |
| |
Vespers op de zesde zondag na de verschijning des Heren
Ant. bij Magn. Het rijk der hemelen * is gelijk aan een zuurdeeg, dat door een vrouw wordt genomen en vermengd onder drie maten meel, totdat dit geheel is gegist. |
Ad Magn. Ant. Simile est * regnum caelorum fermento, quod acceptum mulier abscondit in farinae satis tribus, donec fermentatum est totum. |
Laat ons bidden. - Verleen, vragen wij, almachtige God, dat wij steeds bedacht zijn op de dingen des geestes, en door woord en daad volbrengen wat U behaagt. Door onzen Heer. |
Oremus. - Praesta, quaesumus, omnipotens Deus: ut semper rationabilia meditantes, quae tibi sunt placita, et dictis exsequamur, et factis. Per Dominum. |
|
|