te, Hem ging hij ook vóór door te prediken in de woestijn en door te dopen, aldus de weg bereidend voor den Rechter en den Verlosser. Zondaren riep hij tot boete, en, het volk winnend voor den Heiland, doopte hij in de Jordaan degenen, die hun zonden beleden. Niet de volle genade die den mens hernieuwt, gaf hij hun, doch hij spoorde hen aan de komst te verwachten van den algoeden Verlosser. Zelf vergaf hij hun, die tot hem kwamen, hun zonden niet, doch aan hen die geloofden, verzekerde hij, dat de vergeving hunner zonden aanstaande was. Aldus konden zij die afdaalden in het water der boetvaardigheid, het geneesmiddel der vergeving verwachten van Hem, die hun gepredikt werd als komende vol van de gave van waarheid en genade, onze Heer Jesus Christus.
Laat ons in het vurig verbeiden van de komst van onzen Heer Jesus Christus de almacht van God den Vader smeken onze harten te zuiveren en onze lichamen onbesmet te bewaren. Hij geve de gelovigen oprecht te zoeken naar wat hun heil ten goede komt. Mogen wij Hem met een rustig geweten verwachten als Hij - naar wij geloven - komen gaat, hoog boven alle machten en krachten verheven. Laat ons ook ieder ogenblik bezorgd zijn dat Hij ons genadig is, Hij die, naar wij geloven en belijden, in heerlijkheid zal komen om ons, dood of levend, te oordelen.
Geef, vragen wij, almachtige God, aan geheel uw volk dit verlangen: om Christus uw Zoon, onzen Heer, bij zijn komst met goede werken op waardige wijze tegemoet te snellen; opdat wij eens, gezeten aan zijn rechterzijde, het rijk der hemelen verdienen te bezitten.
Zend uw Woord, Heer, om ons te genezen, en ontruk ons aan de afgrond waarin wij door onze zwaarte dreigen te verzinken; opdat, gelijk wij werden geschapen door het werk van uw Woord, wij ook door zijn heerschappij zullen worden herschapen. Gij, verhoor ons, als wij in onze ellende tot U roepen, en bevrijd ons van alle onheilige dwang; opdat wij U mogen belijden en loven, en de wonderwerken waarmee Gij ons verrijkt, stralen voor de zonen der mensen.
Omgord, vragen wij, Heer onze God, de lenden van onze geest met de sterkte van uw goddelijke kracht; opdat wij bij de komst van onzen Heer Jesus Christus uw Zoon, het gastmaal van het eeuwige leven waardig worden bevonden, en ons verlangen naar de hemelse heerlijkheid door Hem worde vervuld.
Geef, vragen wij, almachtige God, deze genade aan uw volk: dat het in opperste waakzaamheid de komst van uw Eniggeborene moge verwachten; opdat, zoals Hij, de brenger van ons heil, het ons