| |
De gebeden voor de stervenden
In het Rituale der Kerk vinden wij de gebeden waarmede de ziel van den zieke in zijn laatste uur aan Gods barmhartigheid wordt aanbevolen (commendatio animae). Zo mogelijk worden deze gebeden voor de stervenden verricht door een priester. Bij het binnentreden van de ziekenkamer spreekt deze de gebruikelijke vredegroet en besprenkelt hij den zieke en de omstanders met wijwater. Bij afwezigheid van een priester zegt iemand anders onderstaande gebeden in het Nederlands. Evenals de priester dit doet, reikt hij den zieke een kruisbeeld om dit te kussen en plaatst het zo dat de zieke het kan zien. Ook ontsteekt men een gewijde kaars. Als allen zijn neergeknield, begint men met de volgende korte litanie.
HEER, ontferm U over ons. |
KYRIE, eleison. |
Christus, ontferm U over ons. |
Christe, eleison. |
Heer, ontferm U over ons. |
Kyrie, eleison. |
Heilige Maria, bid voor hem (haar). |
Sancta Maria, ora pro eo (ea). |
Alle heilige engelen en aartsengelen, bidt voor hem (haar). |
Omnes sancti angeli et archangeli, orate proeo (ea). |
Heilige Abel,Ga naar voetnoot1) |
Sancte Abel,Ga naar voetnoot1) |
Heel het koor van de rechtvaardigen, |
Omnis chorus justorum, |
Heilige Abraham, |
Sancte Abraham, |
Heilige Joannes de Doper, |
Sancte Joannes Baptista, |
Heilige Joseph, |
Sancte Joseph, |
Alle heilige aartsvaders en profeten, |
Omnes sancti patriarchae et prophetae, |
Heilige Petrus, |
Sancte Petre, |
Heilige Paulus, |
Sancte Paule, |
Heilige Andreas, |
Sancte Andrea, |
Heilige Joannes, |
Sancte Joannes, |
Alle heilige apostelen en evangelisten, |
Omnes sancti apostoli et evangelistae, |
Alle heilige leerlingen van den Heer, |
Omnes sancti discipuli Domini, |
| |
| |
Omnes sancti Innocentes, |
Alle heilige Onnozele Kinderen, |
Sancte Stephane, |
Heilige Stephanus, |
Sancte Laurenti, |
Heilige Laurentius, |
Omnes sancti martyres, |
Alle heilige martelaren, |
Sancte Silvester, |
Heilige Silvester, |
Sancte Gregori, |
Heilige Gregorius, |
Sancte Augustine, |
Heilige Augustinus, |
Omnes sancti pontifices et confessores, |
Alle heilige bisschoppen en belijders, |
Sancte Benedicte, |
Heilige Benedictus, |
Sancte Francisce, |
Heilige Franciscus, |
Sancte Camille, |
Heilige Camillus, |
Sancte Joannes de Deo, |
Heilige Joannes de Deo, |
Omnes sancti monachi et eremitae, |
Alle heilige monniken en kluizenaars, |
Sancta Maria Magdalena, |
Heilige Maria Magdalena, |
Sancta Lucia, |
Heilige Lucia, |
Omnes sanctae virgines et viduae, |
Alle heilige maagden en weduwen, |
Omnes sancti et sanctae Dei, intercedite pro eo (ea). |
Alle heiligen van God, spreekt voor hem (haar) ten beste. |
Propitius esto, parce ei, Domine. |
Wees genadig, spaar hem (haar), Heer. |
Propitius esto, libera eum (eam), Domine. |
Wees genadig, verlos hem (haar), Heer. |
Propitius esto, libera eum (eam), Domine. |
Wees genadig, verlos hem (haar), Heer. |
Ab ira tua,Ga naar voetnoot1) |
Van uw toorn,Ga naar voetnoot1) |
A periculo mortis, |
Van doodsgevaar, |
A mala morte, |
Van een slechte dood, |
A poenis inferni, |
Van de hellestraffen, |
Ab omni malo, |
Van alle kwaad, |
A potestate diaboli, |
Van de macht van den duivel, |
Per nativitatem tuam, |
Door uw geboorte, |
Per crucem et passionem tuam, |
Door uw kruis en lijden, |
Per mortem et sepulturam tuam, |
Door uw dood en begrafenis, |
Per gloriosam resurrectionem tuam, |
Door uw glorievolle verrijzenis, |
Per admirabilem ascensionem tuam, |
Door uw wondervolle hemelvaart, |
Per gratiam Spiritus Sancti Paracliti, |
Door de genade van den Heiligen Geest, den Vertrooster, |
In die judicii, |
Op de dag van het oordeel, |
Peccatores, te rogamus, audi nos. |
Wij zondaren, wij bidden U, verhoor ons, |
| |
| |
Dat Gij hem (haar) moogt sparen, wij bidden U, verhoor ons. |
Ut ei parcas, te rogamus' audi nos. |
Heer, ontferm U over ons. |
Kyrie, eleison. |
Christus, ontferm U over ons. |
Christe, eleison. |
Heer, ontferm U over ons. |
Kyrie, eleison. |
Als het ogenblik van sterven nader komt, zegt men de volgende gebeden:
Vertrek, christenziel, uit deze wereld, in de naam van God, den almachtigen Vader, die u heeft geschapen; in de naam van Jesus Christus, den Zoon van den levenden God, die voor u heeft geleden; in de naam van den Heiligen Geest, die in u is uitgestort; in de naam van de roemvolle en heilige Maagd en Moeder Gods Maria; in de naam van den heiligen Joseph, den roemrijken bruidegom van deze Maagd; in de naam der Engelen en Aartsengelen; in de naam der Tronen en Heerschappijen; in de naam der Vorsten en Machten; in de naam der Krachten, Cherubim en Serafim; in de naam der aartsvaders en profeten; in de naam der heilige apostelen en evangelisten; in de naam der heilige martelaren en belijders; in de naam der heilige monniken en kluizenaars; in de naam der heilige maagden en van alle heiligen Gods. Heden zij uw plaats in de vrede en uw woning in het heilige Sion. Door denzelfden Christus onzen Heer. ℟. Amen. |
Proficiscere, anima christiana, de hoc mundo, in nomine Dei Patris omnipotentis, qui te creavit; in nomine Jesu Christi, Filii Dei vivi, qui pro te passus est; in nomine Spiritus Sancti, qui in te effusus est; in nomine gloriosae et sanctae Dei Genitricis Virginis Mariae; in nomine beati Joseph, inclyti ejusdem Virginis Sponsi; in nomine Angelorum et Archangelorum; in nomine Thronorum et Dominationum; in nomine Principatuum et Potestatum; in nomine Virtutum, Cherubim et Seraphim; in nomine patriarcharum et prophetarum; in nomine apostolorum et evangelistarum; in nomine sanctorum martyrum et confessorum; in nomine sanctorum monachorum et eremitarum; in nomine sanctarum virginum, et omnium sanctorum et sanctarum Dei. Hodie sit in pace locus tuus, et habitatio tua in sancta Sion. Per eundem Christum Dominum nostrum. ℟. Amen. |
Barmhartige God, goede God, God die naar de menigvuldigheid van uw ontfermingen de zonden van de boetvaardigen uitwist en de schulden van gepleegde misdaden door de ge- |
Deus misericors, Deus clemens, Deus qui secundum multitudinem miserationum tuarum peccata poenitentium deles, et praeteritorum criminum culpas |
| |
| |
venia remissionis evacuas: respice propitius super hunc famulum tuum (hanc famulam tuam) N., et remissionem omnium peccatorum suorum tota cordis confessione poscentem deprecatus exaudi. Renova in eo (ea), piissime Pater, quidquid terrena fragilitate corruptum, vel quidquid diabolica fraude violatum est: et unitati corporis Ecclesiae membrum redemptionis annecte. Miserere, Domine, gemituum, miserere lacrimarum ejus: et non habentem fiduciam nisi in tua misericordia, ad tuae sacramentum reconciliationis admitte. Per Christum Dominum nostrum. ℟. Amen. |
nade der vergeving kwijtscheldt; zie genadig neer op dezen uw dienaar (deze uw dienares) N., en verhoor hem (haar) genadig, die uit geheel zijn (haar) hart U vraagt om vergeving van al zijn (haar) zonden. Vernieuw in hem (haar), goede Vader, al wat door aardse zwakheid bedorven of door de list van den duivel geschonden is; en verenig dit door U verloste lidmaat met de eenheid van het lichaam der Kerk. Ontferm U, Heer, over zijn (haar) zuchten, ontferm U over zijn (haar) tranen; en laat hem (haar), die geen vertrouwen heeft dan alleen in uw ontferming, toe tot het geheim van uw verzoening. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen. |
Commendo te omnipotenti Deo, carissime frater (carissima soror), et ei, cujus es creatura, committo: ut, cum humanitatis debitum morte interveniente persolveris, ad Auctorem tuum, qui te de limo terrae formaverat, revertaris. |
Ik beveel u aan den almachtigen God, dierbare broeder (zuster), en ik vertrouw U toe aan Hem, wiens schepsel gij zijt; opdat gij, na door de dood uw schatting aan de menselijke natuur te hebben betaald, zult terugkeren tot uw Schepper, die u gevormd heeft uit het slijk der aarde. |
Egredienti itaque animae tuae de corpore splendidus angelorum coetus occurrat; judex apostolorum tibi senatus adveniat; candidatorum tibi martyrum triumphator exercitus obviet; liliata rutilantium te confessorum turma circumdet; jubilantium te virginum chorus excipiat; et beatae quietis in sinu patriarcharum te complexus astringat; sanctus Joseph, morientium patronus dul- |
Als uw ziel het lichaam verlaat, trede haar het schitterend heir der engelen tegemoet; het hoge gerechtshof der apostelen verwelkome u; het zegevierend leger der in het wit geklede martelaren nadere om u te begroeten; de met leliën gesierde schaar der stralende belijders omringe u; het koor der jubelende maagden ontvange u; en de omhelzing van de zalige rust omsluite u in de schoot der aartsvaders; de heilige Joseph, de algoede patroon der stervenden, wekke u op tot |
| |
| |
groot vertrouwen; de heilige Moeder van God, de Maagd Maria, sla op u welwillend haar ogen; mild en blij verschijne u het gelaat van Jesus Christus, die u voor immer een plaats moge wijzen onder hen die Hem omringen. |
cissimus, in magnam spem te erigat; sancta Dei Genitrix Virgo Maria suos benigna oculos ad te convertat; mitis atque festivus Christi Jesu tibi aspectus appareat, qui te inter assistentes sibi jugiter interesse decernat. |
Verborgen blijve voor u al wat verschrikt in de duisternis, het tandengeknars in de vlammen en de folterende kwelling. De afschuwelijke satan met zijn trawanten wijke van u terug. Moge hij sidderen wanneer gij komt met de engelen die u begeleiden, en wegvluchten in de ontzettende leegte van de eeuwige nacht. |
Ignores omne, quod horret in tenebris, quod stridet in flammis, quod cruciat in tormentis. Cedat tibi teterrimus satanas cum satellitibus suis; in adventu tuo, te comitantibus angelis, contremiscat, atque in aeternae noctis chaos immane diffugiat. |
Dat God opsta en zijn vijanden uiteenstuiven; dat zij die Hem haten vluchten voor zijn aangezicht. Zoals rook vergaat, zo mogen zij vergaan; zoals was wegsmelt in de gloed van het vuur, zo mogen de bozen ten onder gaan voor het aanschijn van God. En mogen de rechtvaardigen aanzitten ten feestmaal, en juichen voor Gods aanschijn. Dat alle helse scharen beschaamd en te schande worden en de dienaren van den satan het niet wagen uw tocht te verstoren. |
Exsurgat Deus, et dissipentur inimici ejus; et fugiant qui oderunt eum, a facie ejus. Sicut deficit fumus, deficiant; sicut fluit cera a facie ignis, sic pereant peccatores a facie Dei; et justi epulentur, et exsultent in conspectu Dei. Confundantur igitur et erubescant omnes tartareae legiones, et ministri satanae iter tuum impedire non audeant. |
Van de kwelling bevrijde u Christus, die voor u is gekruisigd. Van de eeuwige dood bevrijde u Christus, die voor u heeft willen sterven. Christus, de Zoon van den levenden God, plaatse u in de altijd heerlijk groenende weiden van zijn paradijs, en die ware Herder erkenne u onder zijn schapen. Hij schelde u alle zonden kwijt, en geve u een plaats aan zijn rechterhand onder zijn uitverkorenen. |
Liberet te a cruciatu Christus, qui pro te crucifixus est. Liberet te ab aeterna morte Christus, qui pro te mori dignatus est. Constituat te Christus, Filius Dei vivi, intra paradisi sui semper amoena virentia, et inter oves suas te verus ille Pastor agnoscat. Ille ab omnibus peccatis tuis te absolvat, atque ad dexteram suam in electorum suorum te sorte constituat. |
| |
| |
Redemptorem tuum facie ad faciem videas, et praesens semper assistens, manifestissimam beatis oculis aspicias veritatem. Constitutus (-a) igitur inter agmina beatorum, contemplationis divinae dulcedine potiaris in saecula saeculorum. ℟. Amen. |
Moge gij uw Verlosser van aangezicht tot aangezicht zien, in zijn voortdurende nabijheid met zalige ogen de klaarste waarheid aanschouwen, en zo te midden van de scharen der zaligen de zoetheid der goddelijke aanschouwing verwerven in de eeuwen der eeuwen. ℟. Amen. |
|
Suscipe, Domine, servum tuum (ancillam tuam) in locum sperandae sibi salvationis a misericordia tua. ℟. Amen. |
Heer, neem uw dienaar (dienares) op in de plaats, waar hij (zij) het heil verhoopt van uwe ontferming. ℟. Amen. |
|
Libera, Domine, animam servi tui (ancillae tuae; et sic porro) ex omnibus periculis inferni, et de laqueis poenarum, et ex omnibus tribulationibus. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar (dienares; en zo vervolgens) van alle gevaren der hel, van de strikken der straffen en van alle kwellingen. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Henoch et Eliam de communi morte mundi. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Henoch en Elias gevrijwaard hebt van de dood, waaraan allen onderworpen zijn. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Noë de diluvio. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Noë gered hebt uit de zondvloed. ℟. Amen |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Abraham de Ur Chaldaeorum. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Abraham bevrijd hebt uit Ur in het land der Chaldeën. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Job de passionibus suis. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Job verlost hebt uit zijn lijden. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Isaac de hostia, et de manu patris sui Abrahae. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Isaac bevrijd hebt van de offerdood en de hand van zijn vader Abraham. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Lot de Sodomis, et de flamma ignis. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Lot gered hebt uit Sodoma en de vlam van het vuur. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw |
| |
| |
dienaar, zoals Gij Moses gered hebt uit de macht van Pharao, den koning van Egypte. ℟. Amen. |
servi tui, sicut liberasti Moysen de manu Pharaonis regis Aegyptiorum. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Daniël bevrijd hebt uit de leeuwenkuil. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Danielem de lacu leonum. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij de drie jongelingen bevrijd hebt uit de gloeiende vuuroven en uit de macht van den bozen koning. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti tres pueros de camino ignis ardentis, et de manu regis iniqui. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Susanna gered hebt van de valse beschuldiging. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Susannam de falso crimine. ℟. Amen. |
Bevrijd, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij David bevrijd hebt uit de handen van koning Saul en van Goliath. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti David de manu regis Saul, et de manu Goliae. ℟. Amen. |
Verlos, Heer, de ziel van uw dienaar, zoals Gij Petrus en Paulus bevrijd hebt uit hun kerkers. ℟. Amen. |
Libera, Domine, animam servi tui, sicut liberasti Petrum et Paulum de carceribus. ℟. Amen. |
En zoals Gij de zalige Thecla, uw maagd en martelares, uit drie wrede folteringen bevrijd hebt, gewaardig U zo ook de ziel van dezen uw dienaar te bevrijden, en laat haar met U zich verheugen in de hemelse goederen. ℟. Amen. |
Et sicut beatissimam Theclam virginem et martyrem tuam de tribus atrocissimis tormentis liberasti, sic liberare digneris animam hujus servi tui, et tecum facias in bonis congaudere caelestibus. ℟. Amen. |
|
U, Heer, bevelen wij de ziel van uw dienaar (dienares) N., aan, en bidden U, Heer Jesus Christus, Verlosser der wereld: weiger niet haar op te nemen in de schoot van uw aartsvaders; want voor deze ziel toch zijt Gij vol barmhartigheid op aarde afgedaald. Erken, Heer, uw schepsel, dat niet door vreemde goden is geschapen, maar door U, den enigen levenden en waren God; want buiten U is er geen |
Commendamus tibi, Domine, animam famuli tui (famulae tuae) N., precamurque te, Domine Jesu Christe, Salvator mundi, ut, propter quam ad terram misericorditer descendisti, patriarcharum tuorum sinibus insinuare non renuas. Agnosce, Domine, creaturam tuam, non a diis alienis creatam, sed a te solo Deo vivo et vero: |
| |
| |
quia non est alius Deus praeter te, et non est secundum opera tua. |
andere god, en geen is er die zich met uwe werken kan meten. |
Laetifica, Domine, animam ejus in conspectu tuo, et ne memineris iniquitatum ejus antiquarum, et ebrietatum, quas suscitavit furor, sive fervor mali desiderii. |
Verblijd, Heer, zijn (haar) ziel met uw aanschijn en wees niet indachtig zijn (haar) vroegere ongerechtigheden en de roes waartoe drift of hitte van boze begeerlijkheid hem (haar) bedwelmden. |
Licet enim peccaverit, tamen Patrem et Filium et Spiritum Sanctum non negavit, sed credidit; et zelum Dei in se habuit, et Deum qui fecit omnia, fideliter adoravit. |
Want al heeft hij (zij) gezondigd, den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest heeft hij (zij) niet geloochend, maar beleden; de ijver voor God brandde in hem (haar); en trouw heeft hij (zij) God aanbeden, die het al heeft gemaakt. |
Delicta juventutis et ignorantias ejus, quaesumus, ne memineris, Domine; sed secundum magnam misericordiam tuam memor esto illius in gloria claritatis tuae. |
Wij vragen, Heer, wees de misslagen en onwetendheid van zijn (haar) jeugd niet indachtig, maar gedenk hem (haar) naar uw grote erbarming in de luister van uw heerlijkheid. |
Aperiantur ei caeli, collaetentur illi angeli. In regnum tuum, Domine, servum tuum (ancillam tuam) suscipe. |
Mogen de hemelen zich voor hem (haar) openen; de engelen zich met hem (haar) verheugen. Neem, Heer, uw dienaar (-ares) op in uw rijk. |
Suscipiat eum (eam) sanctus Michaël Archangelus Dei, qui militiae caelestis meruit principatum. Veniant illi obviam sancti angeli Dei, et perducant eum (eam) in civitatem caelestem Jerusalem. |
Neme hem (haar) op de heilige Michaël, de aartsengel Gods, die verdiend heeft de vorst te zijn van de hemelse legermacht. Mogen hem (haar) tegemoet komen de heilige engelen Gods en hem (haar) leiden naar de hemelstad Jerusalem. |
Suscipiat eum (eam) beatus Petrus apostolus, cui a Deo claves regni caelestis traditae sunt. Adjuvet eum (eam) sanctus Paulus apostolus, qui dignus fuit esse vas electionis. Intercedat pro eo (ea) sanctus Joannes electus Dei apostolus, cui revelata sunt secreta |
Neme hem (haar) op de zalige apostel Petrus, aan wien door God de sleutels van het hemelrijk zijn toevertrouwd. Helpe hem (haar) de heilige apostel Paulus, die waardig is geweest een vat van uitverkiezing te zijn. Spreke voor hem (haar) ten beste de heilige Joannes, de uitverkoren apostel Gods, wien de |
| |
| |
hemelse geheimen zijn geopenbaard. Mogen voor hem (haar) bidden alle heilige apostelen, aan wie door den Heer de macht is gegeven om te binden en te ontbinden. |
caelestia. Orent pro eo (ea) omnes sancti apostoli, quibus a Domino data est potestas ligandi atque solvendi. |
Mogen zijn (haar) voorspraak zijn alle heiligen en uitverkorenen Gods, die voor Christus' Naam in deze wereld folteringen hebben verdragen; opdat hij (zij), ontdaan van de boeien des vleses, moge komen tot de heerlijkheid van het hemelrijk. Dit geve hem (haar) onze Heer Jesus Christus, die met den Vader en den Heiligen Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. ℟. Amen. |
Intercedant pro eo (ea) omnes sancti et electi Dei, qui pro Christi nomine tormenta in hoc saeculo sustinuerunt: ut, vinculis carnis exutus (-a), pervenire mereatur ad gloriam regni caelestis, praestante Domino nostro Jesu Christo, qui cum Patre et Spiritu Sancto vivit et regnat in saecula saeculorum. ℟. Amen. |
|
De goedertierenste Maagd en Moeder Gods Maria, de algoede troosteres der bedrukten, moge haar Zoon de ziel van deze(n) dienaar (-ares) N. aanbevelen; opdat hij (zij) door die moederlijke tussenkomst niet bevreesd zij voor de verschrikkingen van de dood, maar onder haar geleide vol vreugde opga naar zijn (haar) woning in het hemels vaderland. ℟. Amen. |
Clementissima Virgo, Dei Genitrix Maria, maerentium piissima consolatrix, famuli (famulae) N. spiritum Filio suo commendet: ut, hoc materno interventu, terrores mortis non timeat; sed desideratam caelestis patriae mansionem, ea comite, laetus (-a) adeat. ℟. Amen. |
|
Tot u neem ik mijn toevlucht, heilige Joseph, patroon der stervenden, bij wiens zalig sterven Jesus en Maria hebben gewaakt; door deze beide dierbare panden beveel ik u dringend de ziel van deze(n) dienaar (-ares) N. aan, die zijn (haar) laatste strijd voert met de dood, opdat hij (zij) door uw bescherming van de listen des duivels en van de eeuwige dood bevrijd worde, en verdiene in te gaan tot de eeuwige vreugden. Door denzelfden Christus onzen Heer. ℟. Amen. |
Ad te confugio, sancte Joseph, patrone morientium, tibique, in cujus beato transitu vigiles astiterunt Jesus et Maria, per hoc utrumque carissimum pignus, animam hujus famuli (famulae) N., in extremo agone laborantem, enixe commendo, ut ab insidiis diaboli, et a morte perpetua, te protegente, liberetur, et ad gaudia aeterna pervenire mereatur. Per eundem Christum Dominum nostrum. ℟. Amen. |
| |
| |
Vervolgens kan men, indien de stervende dit verlangt, enkele gedeelten bidden uit het Evangelie volgens den heiligen Joannes: het Hogepriesterlijk Gebed (17, 1-26; zie bladz. 691) en het Lijdensverhaal (18 en 19; zie in het missaal de dienst van Goede Vrijdag).
| |
Het sterven
Wanneer alles ons ontvallen is en de herinnering aan zoveel zonden en ongetrouwheid ons benauwt en tot wanhoop dreigt te brengen, ‘dan blijft ons in onze zwakheid slechts over te vluchten in de Naam van Jesus’ (Joannes van Gaza). Als sint Ignatius van Loyola ons leert dat het aanroepen van deze heilige Naam het machtigste wapen is tegen de benauwing van den vijand, dan herhaalt hij slechts wat de oude meesters van het geestelijk leven, als Diadochus van Photice en zoveel anderen, hadden geschreven.
De priester of een der omstanders herhaalt dikwijls aan het oor van den stervende de aanroeping van de heilige Naam van Jesus, of een der volgende aanroepingen, welke door het Rituale worden aangegeven. Men geeft den stervende de brandende gewijde kaars in de hand, welk mede door een der omstanders wordt vastgehouden. Deze kaars is een herinnering aan het licht dat de christen ontving bij zijn doopsel en dat hem nu voorgaat naar de heerlijkheid Gods.
In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest.
Heer Jesus Christus, ontvang mijn geest.
Heilige Maria, bid voor mij.
Maria, moeder van genade, moeder van barmhartigheid, bescherm mij tegen den vijand en neem mij op in het uur van mijn dood.
Heilige Joseph, bid voor mij.
Heilige Joseph, open mij, met uw heilige maagdelijke Bruid, de schoot der goddelijke barmhartigheid.
Jesus, Maria, Joseph, U schenk ik mijn hart en mijn ziel.
Jesus, Maria, Joseph, staat mij bij in mijn doodsstrijd.
Bij voorkeur herhaalt men een aanroeping welke den stervende dierbaar is.
Andere aanroepingen zijn nog:
God, kom mij te hulp; Heer, haast U mij te helpen.
Ontferm U over mij, o God, volgens uw grote ontferming.
Op U, Heer, heb ik vertrouwd; in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
Allerzoetste Heer Jesus Christus, door de kracht van uw allerheiligst lijden neem mij op onder het getal van uw uitverkorenen.
Jesus, Zoon van David, wees mij, zondaar, genadig.
Waar deze vrome gewoonte bestaat, klept men korte tijd de klok van de parochiekerk om de gelovigen te doen weten dat een der hunnen stervende is en zij allen voor hem moeten bidden.
En onmiddellijk na het afsterven bidden alle omstanders:
Subvenite, sancti Dei, occurrite, angeli Domini; |
Komt te hulp, heiligen van God, snelt toe, engelen des Heren; |
| |
| |
ontvangt zijn (haar) ziel; draagt haar op voor het aanschijn van den Allerhoogste. |
suscipientes animam ejus, offerentes eam in conspectu Altissimi. |
℣. Ontvange u Christus, die u geroepen heeft; en voeren u de engelen in de schoot van Abraham. - Ontvangt zijn (haar) ziel; draagt haar op voor het aanschijn van den Allerhoogste. |
℣. Suscipiat te Christus, qui vocavit te, et in sinum Abrahae angeli deducant te. - Suscipientes animam ejus, offerentes eam in conspectu Altissimi. |
℣. Heer, geef hem (haar) de eeuwige rust; en het eeuwig licht verlichte hem (haar). - Draagt haar op voor het aanschijn van den Allerhoogste. |
℣. Requiem aeternam dona ei, Domine; et lux perpetua luceat ei. - Offerentes eam in conspectu Altissimi. |
Heer, ontferm U over ons. |
Kyrie, eleison. |
Christus, ontferm U over ons. |
Christe, eleison. |
Heer, ontferm U over ons. |
Kyrie, eleison. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
℣. En leid ons niet in bekoring. |
℣. Et ne nos inducas in tentationem. |
℟. Maar verlos ons van het kwade. |
℟. Sed libera nos a malo. |
℣. Heer, geef hem (haar) de eeuwige rust. |
℣. Requiem aeternam dona ei, Domine. |
℟. En het eeuwig licht verlichte hem (haar). |
℟. Et lux perpetua luceat ei. |
℣. Van de poort der hel. |
℣. A porta inferi. |
℟. Verlos, Heer, zijn (haar) ziel. |
℟. Erue, Domine, animam ejus. |
℣. Dat hij (zij) ruste in vrede. |
℣. Requiescat in pace. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
℣. Heer, verhoor mijn gebed. |
℣. Domine, exaudi orationem meam. |
℟. En mijn geroep kome tot U. |
℟. Et clamor meus ad te veniat. |
|
Laat ons bidden. - U, Heer, bevelen wij de ziel van uw dienaar (-ares) N. aan, opdat hij (zij), gestorven voor deze wereld, leve voor U; wis al datgene, wat hij (zij) in de zwakheid van zijn (haar) menselijk bestaan heeft misdreven, uit door de kwijtschelding van uw allerbarmhartigste liefde. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen. |
Oremus. - Tibi, Domine, commendamus animam famuli tui (famulae tuae) N., ut defunctus (-a) saeculo tibi vivat: et quae per fragilitatem humanae conversationis peccata commisit, tu venia misericordissimae pietatis absterge. Per Christum Dominum nostrum. ℟. Amen. |
| |
| |
Als de overledene een priester was, voegt men in bovenstaand gebed bij zijn naam: sacerdotis (van den priester...)
Het lichaam van den overledene wordt op een waardige plaats nedergelegd. Op de borst of tussen de vingers van den gestorvene plaatst men een klein kruis. Naast het stoffelijk overschot plaatst men enkele gewijde kaarsen. Volgens vrome gewoonte komt men in de rouwkamer bijeen om voor den overledene te bidden en besprenkelt men het stoffelijk overschot met wijwater.
¶ De plechtigheid van uitvaart en begrafenis en gebeden voor overledenen vindt men op bladz. 1331 vlg. en 1400 vlg.
|
|