Gebeden van boetvaardigheid ontleend aan de liturgische boeken
Almachtige eeuwige God, die ons door uw eniggeboren Zoon als een nieuwe schepping tot U hebt doen komen, bescherm het werk van uw ontferming en reinig ons van alle vlek der oude boosheid; opdat wij, door de hulp van uw genade, worden bevonden in de gedaante van Hem, in wien onze zelfstandigheid met U is verenigd.
Heer onze God, die door onze beledigingen niet wordt getroffen, maar U door onze boete laat verzoenen, zie neder op mij, uw dienaar, nu ik belijd zwaar tegen U te hebben gezondigd. Want Gij zijt bereid den zondaars kwijtschelding en vergiffenis te schenken, daar Gij immers gezegd hebt, dat Gij liever hun boetvaardigheid wilt dan hun dood. Geef derhalve, Heer, dat ik U diene in waken en boetvaardigheid, opdat ik mijn leven betere en mij eens er over zal mogen verblijden door U tot de eeuwige vreugden te worden gebracht.
Indien Gij, o God, met ons wildet handelen naar wij verdienen, wij zouden omkomen voordat wij de verdiende straffen hadden verduurd. Daarom bidden wij U: vergeef ons genadig onze dwalingen en kom ons te hulp met uw overvloedige ontferming, opdat wij ons tot uw geboden kunnen bekeren.
Almachtige en allerzachtmoedigste God, die voor uw dorstig volk uit de rots een bron van levend water hebt doen ontspringen, doe tranen van boetvaardigheid ontwellen aan ons verhard gemoed; opdat wij onze zonden kunnen bewenen en hiervan door uw ontferming vergiffenis verkrijgen. Door Christus onzen Heer.
Wij erkennen onze misdaden en belijden U onder tranen onze schuld, o Heer. Wij kloppen rouwmoedig op de borst en bidden U met aandrang, dat Gij uw gelaat zult afwenden van onze zonden en uitwissen al wat wij hebben misdaan. Schep in ons hart, o God, wat U behaagt, en verdrijf er met uw eeuwige ontferming wat Gij haat, en, hoe dikwijls onze boosheid uw gramschap ook heeft getart, neem ons weder aan in de overmaat van uw ontferming.
Gij die den zuiveren van hart de zaligheid verleent, geef ons vergiffenis van onze zonden. Gij die de ware vrijheid schenkt, wees ons een toevlucht tegen de drang die tot vervloeking leidt. En, daar wij de striemende gesels der zonden op ons voelen nederdalen, laat ons ervaren dat wij, door op U te vertrouwen, in uw ontferming worden beveiligd.
Heer, in mijn gedachten heb ik uw rechtvaardig oordeel overwogen en een machtig