Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
(1951)–Cornelis Adrianus Bouman– Auteursrecht onbekendPsalm 143 I. Benedictus DominusEen danklied tot God die ons de overwinning schenkt over onze geestelijke vijanden, en Zich ontfermt over den mens ondanks diens nietswaardigheid. Indachtig hoe de Heer eertijds in majesteit op de Sinaï is verschenen, bidt de psalmist dat God Zich aan ons moge openbaren en onze vijanden ook in de toekomst verre van ons houden. Geprezen zij de Heer, mijn God, die mijn handen oefent ten strijde * en mijn vingers tot de krijg. Hij is mijn ontferming en mijn toevlucht, * mijn hoeder en mijn bevrijder, | |
[pagina 218]
| |
Mijn beschermer op wien ik vertrouw, * die mijn volk aan mij doet onderdanig zijn. Heer, wat is de mens, dat Gij U aan hem openbaart, * of de zoon des mensen, dat Gij acht op hem slaat? De mens is gelijk een ademtocht, * als een schaduw gaan zijn dagen voorbij. - Heer, neig uw hemelen en daal neder, * raak de bergen aan, zodat zij gehuld zijn in rook; Slinger uw bliksems en drijf hen uiteen, * werp uw pijlen en sla hen met ontzetting; Reik mij uw hand uit den hoge en red mij, verlos mij uit de vloed der wateren, * uit de hand van de zonen der vreemden, Wier mond leugen spreekt * en wier rechterhand een hand is van bedrog. Eer aan den Vader.
Ant. Geprezen zij de Heer, mijn behoeder en mijn bevrijder.
2 Ant. Gelukkig het volk. | |
Psalm 143 II. Deus, canticum novumDe voorspoed van het joodse volk was het zichtbare zegel van Gods belofte. Ook wij prijzen God, omdat wij weten dat de welvaart een gave is om niet gegeven, uit zijn hand. Een nieuw lied zal ik U zingen, o God, * op de tiensnarige harp voor U spelen, U, die den koningen de overwinning geeft, * en David, uw dienaar, bevrijd hebt van het boze zwaard. Red mij en bevrijd mij uit de hand van de zonen der vreemden, wier mond leugen spreekt * en wier rechterhand een hand is van bedrog. - Dat onze zonen zijn als jonge planten, * opgroeiend in hun jeugd; Onze dochters als hoekzuilen, * gehouwen als de zuilen des tempels; Onze schuren gevuld, * overvol met allerlei vruchten; Onze schapen vruchtbaar en talrijk op hun weiden, * en welig het rundvee. Geen bres is er in de muur en geen doorgang, * geen krijgsgeschreeuw in de straten. Gelukkig het volk wien dit alles ten deel valt; * gelukkig het volk wiens God de Heer is. Eer aan den Vader.
Ant. Gelukkig het volk wiens God de Heer is.
3 Ant. Groot is de Heer. | |
Psalm 144. I. Exaltabo teEen heerlijk loflied op de grootheid en goedheid des Heren. U zal ik verheerlijken, mijn God en Koning, * en prijzen uw Naam in eeuwigheid, voor altijd en eeuwig. Dag aan dag zal ik U prijzen, * en loven uw Naam in eeuwigheid, voor altijd en eeuwig. Groot is de Heer en hoog te prijzen, * en zijn heerlijkheid is zonder grens. Van geslacht tot geslacht zal men uw daden prijzen * en uw macht verkondigen, Spreken van de heerlijke luister uwer heiligheid * en uw wonderwerken verhalen, | |
[pagina 219]
| |
Gewagen van de macht uwer geduchte daden * en uw grootheid verhalen, Jubelen bij de gedachtenis van de overmaat uwer liefde * en juichen om uw gerechtigheid. Eer aan den Vader.
Ant. Groot is de Heer en hoog te prijzen, en zijn heerlijkheid is zonder grens.
4 Ant. Vol goedheid is de Heer. | |
Psalm 144 II. Miserator et misericorsIn dit vervolg van de psalm bezingen wij Gods koningschap, dat nieuwe luister kreeg in het koningschap van den verheerlijkten Mensenzoon. Genadig en barmhartig is de Heer, * geduldig en rijk aan ontferming. Vol goedheid is de Heer voor allen, * en zijn barmhartigheid is over al zijne werken. Dat al uwe werken U prijzen, o Heer, * en uw getrouwen U loven; Dat zij bezingen de luister van uw koningschap * en uw heerschappij verkondigen, Om aan de zonen der mensen uw macht te tonen * en de heerlijke luister van uw koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, * en uw heerschappij blijft van geslacht tot geslacht. Eer aan den Vader.
Ant. Vol goedheid is de Heer voor allen, en zijn barmhartigheid is over al zijne werken.
5 Ant. Getrouw is de Heer. | |
Psalm 144. III. Fidelis DominusDe toespelingen in de volgende verzen verstaat de Kerk van de geestelijke spijs der genade, in het bijzonder van de dis der Eucharistie. Getrouw is de Heer in al zijn beloften * en heilig in al zijne werken. De Heer ondersteunt allen die wankelen * en Hij richt alle gevallenen op. Aller ogen zien vertrouwvol naar U uit, o Heer; * Gij geeft hun spijs op de rechte tijd. Gij opent uw hand * en overlaadt al wat leeft met uw zegen. Gerechtig is de Heer op al zijn wegen * en heilig in al zijne werken. De Heer is allen die Hem aanroepen nabij, * allen die oprecht tot Hem roepen. Hij vervult het verlangen van die Hem vrezen, * Hij verhoort hun gebed en komt hun te hulp. De Heer behoedt allen die Hem beminnen, * maar alle zondaren verdelgt hij. Mijn mond zal de lof des Heren verkondigen: * en alle vlees prijze zijn heilige Naam in eeuwigheid, voor altijd en eeuwig. Eer aan den Vader.
Ant. Getrouw is de Heer in al zijn beloften en heilig in al zijne werken.
Kapittel (Rom. 11, 33). O diepten der rijkdommen van Gods wijsheid en kennis; hoe ondoorgrondelijk zijn zijne oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen. - Gode zij dank. | |
[pagina 220]
| |
Lofzang
|
|