genadig en goedertieren zij. Bevelen wij onszelf en elkander den levenden God aan, door zijn eniggeboren Zoon.
God van de zuivere geesten en van alle vlees, die onvergelijkelijk zijt en niets buiten U behoeft; die de zon gegeven hebt om te heersen over de dag, en de maan en de sterren om te heersen over de nacht; zie op dit ogenblik genadig op ons neer, aanvaard onze dankzegging van het morgenuur en ontferm U onzer. Want wij strekken onze handen niet uit tot een vreemden god, niet tot een nieuwen god, maar tot U, die eeuwig zijt en onsterfelijk. Gij, die ons door Christus zowel het zijn als het welzijn hebt geschonken, geef ons door Hem het eeuwige leven; met wien Gij, in gemeenschap met den Heiligen Geest, geprezen en aanbeden wordt in eeuwigheid. Amen.
Wij zeggen U dank, heilige Heer, almachtige Vader, eeuwige God, dat Gij ons na voleinding van de nacht tot deze morgenstond hebt willen brengen; wij vragen U dat Gij ons deze dag zonder zonde doet doorbrengen, zodat wij U in de avond wederom kunnen danken.
Opstaande van ons rustbed vragen wij, Heer, in onze morgengebeden de hulp van uw genade, opdat de duisternis der ondeugden verdreven worde en wij mogen wandelen in het licht der deugden.
Zie welwillend neder, Heer, op de smeekbeden die wij in de morgen tot U richten, en verlicht de schuilhoeken van ons hart door het geneesmiddel uwer goedheid; opdat geen duistere begeerten gevangen houden wie door het licht van uw hemelse genade tot nieuw leven zijn gewekt.
Wij vragen U, Heer, waarachtig Licht en Schepper van het licht, gewaardig U de duisternis der ondeugden uit ons te verdrijven en in ons te doen stralen het licht der deugden. Dat uw waarheid in onze harten lichte, Heer, en alle bedrieglijke voorstellingen van den vijand worden uitgeroeid.
Onuitsprekelijke dank brengen wij aan uw goedheid, almachtige God, omdat Gij de duisternis van de nacht hebt weggevaagd en ons gebracht hebt tot het begin van deze dag; de blindheid der onwetendheid hebt Gij van ons weggenomen en ons geroepen tot de verering en de kennis van uw Naam. Toon U dan aan ons, almachtige Vader, opdat wij, voortgaande in het licht van uw geboden, U volgen als onzen Leidsman en Koning.
God die de duisternis der onwetendheid verdrijft door het licht van uw Woord, vermeerder in onze harten de deugd van geloof, welke Gij ons hebt geschonken; opdat het vuur, dat uw genade deed ontbranden, door geen bekoringen kan worden uitgedoofd. Door Christus onzen Heer. Amen.