Voorwoord van de uitgevers
Het Groot Gebedenboek is bedoeld als een gebedenboek dat zijn plaats inneemt naast het missaal. Het is in zekere zin ook parallel aan het missaal ontstaan. Het eerste ontwerp dateert immers uit 1945, hetzelfde jaar waarin de voorbereiding aanving van een nieuwe uitgave van het Latijns-Nederlandse missaal; het werd ingegeven door de wens het vele schone uit liturgie en devotie, dat in een missaal nu eenmaal geen plaats kan vinden, bij het christenvolk nieuwe bekendheid te geven. Reeds tijdens het verzamelen van het ontzagwekkende materiaal, bijeengelezen uit liturgische en godvruchtige werken van de Oosterse en Westerse christenheid, uit de christelijke vroomheid van negentien eeuwen, drong zich aan den bewerker een geleding der stof op rond enkele vaste punten. Met het vorderen van het werk kreeg deze geleding vastere vorm, en zij leidde ten slotte tot een opbouw die in de gebedstraditie der Kerk zelf gegeven was, en voortreffelijk overeen kwam met ons doel hetwelk in dit Groot Gebedenboek was gesteld: den modernen christen een gebedenboek aan te bieden dat hij naast zijn missaal met vrucht kan gebruiken als gids voor het christelijke leven. Daarom werd naast de gebedsteksten aan de aloude verkondiging der Kerk een grote plaats ingeruimd; daarom vindt de gebruiker in de toelichtingen en in een afzonderlijke afdeling, gewijd aan gebed en geestelijk leven, een handwijzing naar de volheid van christelijk leven.
Wij menen dat deze verbinding van gelovig inzicht, liturgische en devotionele gebedstraditie, en voorbereiding op het geestelijke leven, bij uitstek beantwoordt aan de behoeften van deze tijd. Wij menen zelfs te mogen zeggen dat door velen naar een dergelijk werk reeds lang werd uitgezien. Men kan dit boek beschouwen als een handboek voor iederen christen, een getijdenboek voor den leek, dat hem in alle omstandigheden des levens binnenleidt in de wijde ruimte van het gebed en de verkondiging der Kerk.
Was het een werk van lange adem om het omvangrijke materiaal bijeen te brengen, nog meer omvattend was de taak hieruit een keuze te doen en de gekozen teksten te schikken volgens een overzichtelijk patroon. Dat de bewerker, voor het grote merendeel der teksten tevens de vertaler, dit alles na een arbeid van jaren door het schrijven van de inleiding tot een goed einde heeft gebracht, stemt ons tot grote voldoening. Naar zijn medewer-