gingen om door Rode Kruis-berichten iets te weten te komen over bloedverwanten in het verre Oosten, waar de strijd voortwoedde. Geleidelijk zekerheid over het lot van weggevoerde joodse medeburgers, het weten dat men hen niet meer zou weerzien.
Na-oorlogsimpressies: het langstrekken van groepen gevangen nsb-ers, jeeps met mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten, bs-ers in overalls, krijgshaftig met stenguns en stalen helmen, terugkeer van krijgsgevangenen en van arbeiders die in 1943 en 1944 voor de ‘Arbeitseinsatz’ waren weggevoerd. Ontzetting bij een eerste bezoek aan het verwoeste Rotterdam. In alle Nederlandse havens geknakte kranen en uitgebrande loodsen.
Ruim drie maanden na de capitulatie van Duitsland de overgave van Japan. Hadden de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki de oorlog bekort? Wat indien Japan de oorlog had weten te rekken? Voor ons Nederlanders, betrokken bij het lot van de honderdduizenden die in Japanse kampen zuchtten, een vraag welke slechts speculatieve beschouwingen kan uitlokken.
Naar eigen geschiedbeleving terugkerend, denk ik aan het enthousiasme waarmee de uitgeputte bevolking van de westelijke steden de eerste geallieerde troepen ontving. Een explosie van ongeremde vreugde. Als kapitein bij het mg reed ik begin mei in een jeep met twee Canadese officieren door Gelderland en Utrecht, richting Amsterdam. Het capitulatieverdrag was nog niet getekend, overal zwierven ss-desperado's rond. De leider van onze eenheid besloot echter naar de hoofdstad door te rijden. Wij passeerden Amsterdam op weg naar Haarlem, het ons toegewezen district.
In mijn functie van economisch adviseur leerde ik puzzles van de schaarste-economie kennen, het beheer van kleine voorraden goederen, te verdelen volgens schema's van urgentie en billijk-