De twaalf mannetjes
(1957)–Mies Bouhuys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
De mannen en de vrouwen?
Die rijden aan een stok,
ze zwaaien met hun armen
- dat is om je te warmen -
de sterkste aan de kop.
Maar voor de hele oudjes
is 't ijs een beetje bar,
die dragen bonten mutsjes
en zitten in een ar.
Ze schudden met hun hoofdjes
over die dolle troep
en drinken in een tentje
een kopje hete soep.
|
|