‘Mooi zo’, zegt de regisseur, ‘dan moeten jullie eerst het contract tekenen.’
‘Het contract?’ vragen ze tegelijk.
‘Ja, dat papier, dat ik jullie gegeven heb. Daarin beloof je dat je zo goed je kunt mee zult werken aan het programma. Alle mensen die voor de televisie komen, moeten eerst een contract tekenen, zie je.’
‘Maar wàt moet ik tekenen?’ vraagt Margrietje verlegen, ‘huisjes kan ik wel goed met bomen ervoor, maar mensen niet zo erg goed.’
‘Domoor’, fluistert Kabeltje, ‘tekenen is je naam eronder zetten.’ ‘Precies’, zegt de regisseur, ‘en omdat jullie nog niet helemaal groot zijn moet ik ook de naam van je vader hebben.’
‘O, die vindt het best goed, hoor!’ zegt Kabeltje.
‘En mijn moeder ook!’ roept Margrietje.
‘Mooi zo’, zegt de regisseur weer, ‘zorg dan maar dat je morgenochtend om precies tien uur in de studio bent. Dan repeteren we met de zangeres en het orkest.’
Deftig als twee heel beroemde televisie-sterren wandelen Kabeltje en Margrietje de kamer van de regisseur uit. Natuurlijk kunnen ze die dag nergens anders over praten en slapen lukt ook haast niet. Geen wonder, als je de volgende dag moet optreden voor de camera's!
Een uur te vroeg zijn ze al in de grote studio. De mannen van het dekor zijn nog druk aan het timmeren en schilderen.
Bij ieder liedje van de zangeres moet een stukje dekor komen. In de ene hoek een leuk terrasje met een parasol, ergens anders een stukje duin met echte helm erop en een prachtig geschilderde blauwe zee op de achtergrond. Er is ook een bankje in een park en een stukje van een keuken vol potjes en pannetjes.