Binnen waren Jacobs en Van Borselen naast elkaar gezeten in omarming.
‘Wat is er nieuws?’ vroeg zij gretig.
‘Overal in het land groeit het wel naar den opstand toe. Maar we moeten nog geduld hebben. De tijd is nog lang niet rijp. En vooral na den aanslag van De Postelles is dubbele voorzichtigheid geboden.’
Drift maakte haar oogen donker.
‘Als het geheele land voelt voor den strijd, is de tijd rijp! Als het aan mij lag, ik sloeg nu toe.’
‘Maar het geheele land voelt er niet voor nog -’ weersprak hij.
Hij kende reeds haar heftigen, hartstochtelijken aard, en vreesde dien voor de onderneming. Als het maar hàlf gelukte, zouden zij alles verliezen. Ook was het hem de laatste weken in herhaalde samenkomsten duidelijk geworden, dat wèl de Kabeljauwen ontevreden waren, maar dat een menigte onder hen er toch nog verre van af waren zich onder Jacoba te scharen. Te velen waren er, bij wie oude, nooit te helen wonden bloedden - waar wraakzucht toch nog immer vooraan stond.
Het geheim huwelijk bovendien was iets, waardoor Philips hen beiden kon vangen. Jacoba had hiermee haar verdrag gebroken, en hij zijn Heer beleedigd, door zonder toestemming diens bloedverwante te huwen.
‘Het was misschien al genoèg,’ dacht Van Borselen bezorgd, met zijn vorstin in zijn armen. En in het geluk om zijn liefde, - de gravin van Holland zijn vrouw - kwam soms, en ook thans de gedachte in hem: Zou iets anders dan nieuw bloedvergieten, misschien dood en ondergang van zijn oud geslacht, het gevolg zijn....
Hij verheelde het Jacoba niet, dat hij niet van zins was, zèlf de zaak in handen te nemen, het sein tot den opstand te geven.
Zij zag naar hem van onder neergeslagen oogleden. Ontgoocheld. Werd stil en koud.
‘Afwachten en aanzien,’ dacht zij. ‘Niet met den degen in de vuist vliegt hij 't perk in, om openlijk voor mij te strijden. Zichzelf buiten gevaar houden. Oh - en zij smachtte naar den strijd. Begon de verschrikking van haar leven opnieuw? Had zij zich wéér vergist?’
Hij merkte haar verkoeling, maar hij liet zich niet dwingen.