De Luxembourg, Croy - om zich bij het Brabantsche leger te voegen, ten einde te strijden tegen Humphrey van Engeland, met alle kracht en vermogen.’
Een groote beweging beroerde als een golfslag de Nederlanden; in steden en dorpen, onder de ridderschap ging de kwestie rond in vurig, heftig debat: ‘Mocht een vrouw haar huwelijk nietig verklaren, op eigen gezag haar man verlaten, en een anderen huwen?’
De vraag, de nooit in 't openbaar behandelde, die nooit ook een vrouw van vorstelijken stand had betroffen, ontstak een vuur onder alle rangen en standen, van verdediging en veroordeeling tegenover elkaar. Scharen volks, ridders en burgers, trokken naar Henegouwen en Brabant. In de Nederlanden, maar ook in Engeland en Frankrijk scheidde zich de adel in twee partijen; het gold hier een zaak van riddereer: geen edelman mocht over den afloop onverschillig blijven.
Bedford, ontsteld zag het aan, hoe de troepen van zijn bondgenoot verminderden in Frankrijk, en alle krijgsmacht van Bourgondië zich ging samentrekken naar de Nederlanden.
In deze dagen dacht hij plotseling: ‘Een enkele vrouw zal ons Frankrijk doen verliezen.’
De drift der verdeelde partijen kon echter den Beier te 's Hage niet opjagen uit zijn zonderlinge rust. Vergeefs zag Jan van Brabant uit naar de beloofde hulp. Om niet verwachtte Jacoba elk oogenblik het eerste teeken van aanval.
De Beier roerde zich niet. Die dagelijks om hem waren, zagen met ongerustheid eerst, begrijpend en wetend dàn: de hertog was nooit meer de oude geworden sinds de vergiftiging. Met zijn lichamelijke kracht gingen tegelijk achteruit zijn lust, zijn wil om te handelen.
In den morgen ging nog wel naar gewoonte, de hertog met zijn vroegeren, zwaren stap naar het plein en steeg te paard voor een rit. Maar die hem vergezelden, bemerkten dat hij den rit gaandeweg bekortte; en hoe het zweet hem langs de slapen droop, als hij teruggekeerd, moe in zijn zetel zich liet vallen.
Een ongekende loomheid, een tegenzin ook had hem bevangen zich te steken in eenig krijgsbedrijf. Jan van Brabant antwoordde hij ontwijkend en vaag op diens dringende beden