bleef om den ouden adel, die aanstonds gewonnen zich toonde door Jacoba; en hij zag verbeten toe, hoe zij als zij glimlachend en stralend verscheen, de harten van haar nieuwe onderdanen tot zich trok.
Jan van Beieren in Dordt als een spin in zijn web, zag het aan met een nauwlettendheid waaraan niets ontsnapte. Hij had nog verscheidene troeven in handen!
Den eersten wierp hij als een bom temidden van al de praal, de toejuichingen bij het pas voltrokken huwelijk. Stukken van keizer en paus. De verklaring van Sigismund, waarin Jacoba werd meegedeeld, dat de keizer zijn geliefden oom, Johan van Beieren en Palzgraaf van den Rhijn beleend had met deze landen. En aan alle overheden van Holland en Zeeland aanzeide, dat alle eeden, aan Jan en Jacoba gezworen, nietig waren en waardeloos; en gebood hun natuurlijken heer Jan van Beieren te huldigen en te gehoorzamen.
Het stuk van den paus behelsde: na rijpe overweging en overleg met de kardinalen had de paus de dispensatie herroepen. Wilden Jan en Jacoba toch de kerkelijke inzegening doen plaats hebben, dan zou deze nietig zijn, zij zouden de kerkelijke straf hebben te ondergaan, en nooit de pauselijke goedkeuring erlangen.
Het was een machtige dreiging, maar keizer en paus waren ver. Jacoba's heerschzucht, gegroeid uit alle tegenwerking, teleurstelling en smart, stond hard en onverzoenlijk op; vast besloten haar goed recht met de wapenen te bevechten. Van niets stond zij thans verder af, dan aan dit verbod gehoor te geven en den gehaten Beier te doen zegevieren.
Haar welsprekendheid, haar vurige geestdrift sleepte in den Raad mee alle Hoeken en ook de Brabanders; en in dien wervelstorm werd zelfs de weifelmoedige, onwillige gemaal mede gevoerd. Weinig had Jacoba zich nog om hem bekommerd; en voelend, hoe niet zijn persoon, maar eigen machtsbegeerte haar dreef, vond hij er een boosaardig behagen in, haar door zijn sloome onverschilligheid tegen te werken en te prikkelen.
Maar in die dagen kwamen twee boden van den paus en van den kardinaal van Ostia, met een geheime mondelinge boodschap naar Holland.
Jacoba ontving hen - weloverlegd van houding. Zeer jong, en roerend van hulpeloosheid, een kind haast in haar nauwsluitend