biddend hadden omstuwd, hun trouw bezworen. Wel waren er ook daar machtigen, die Kabeljauwsch zich afzonderden: de Van Borselens, oud, rijk geslacht, zij hadden in Zeeland den grootsten invloed. Maar de rijke, schoone steden, Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal, Goes, waren haar toegedaan. Zierikzee met den uitgebreiden, levendigen zeehandel, de prachtige stad, oprijzend aan de breede Schelde, had haar jubelend ingehaald - het waren schoone dagen geweest.
Op Quesnoy vond zij het oude, vertrouwde leven harer kindsheid terug. Alleen die beide onafscheidelijken van haar gelukkige jeugd, haar vader en Touraine, waren niet meer daar. Jacoba schreide als zij alleen was om hen de snel opkomende groote kindertranen van haar licht bewogenheid.
Storend viel plotseling in de schoone dagen van den herfst, waarin zij de gedachte aan Brabant eenvoudig opzij wierp - de aankondiging van Jan van Beieren's bezoek. De Elect wist Margaretha in Bourgondië, en hij haastte zich Jacoba zonder getuigen te kunnen ontmoeten.
Jacoba ontving hem plechtig en gratievol in de ridderzaal. Bij het licht van groote kaarsenkandelaars zat zij voor den schouw in haar vaders zetel, het blonde hoofd rossig verlicht door den gloed van het hoogvlammende vuur. Zij had blijkbaar haar vaders behoefte aan hooge vuren geërfd, want opeens wist hij: zelden had hij Willem anders gevonden dan voor zulk vlammend houtvuur.
Toen hij over haar zat, zag Jacoba hem opmerkzaam aan. Een sterk, onmeedoogend man, volkomen tot elken strijd uitgerust. Hoeksche achterdocht had haar lang doen inzien tot welken strijd. Terughoudend, op haar hoede, wachtte zij zijn begin.
Jan van Beieren, meer krijgsman dan diplomaat, stak onverholen van wal.
‘Het verheugde hem zijn lieve nicht alleen te vinden bij het onderwerp dat hij met haar bespreken wilde. Openlijk en ronduit gezegd: ‘Wenschte zij zèlf dit huwelijk met den Brabander?’
De stoot, onverhoeds, kwam aan; Jacoba zweeg eenige oogenblikken. Niet lag het ook maar eenigszins in haar weg, hem haar vertrouwen te schenken - en snel rekende zij wàt zij zeggen en zwijgen zou, om hem van haar weg te leiden. Indien de Elect haar in de kaart kon spelen door te Konstanz de dispensatie niet te