houden - dàt is 't niet. Ze begrijpen alleen niet, dat je het doet uit zorg en liefde - daar zijn ze nog te jong voor.’
Hij keek haar snel aan - toen voor zich.
Was dat - Marianne? die hij altijd zoo ver van zich gedacht had, levend in een sfeer die met de zijne niets te maken had?
Dit was, wat hij in zijn heele huwelijksleven nog nooit van Lize gehad had; begrip - denken om hèm.
Hij kon 't niet verwerken. Zijn stugge moeilijke wantrouwende aard ook kon het niet dadelijk aanvaarden. En hij ging zwijgend den tuin in.
Fré was niet meer te voorschijn gekomen. Toen het stil in huis was, ging Marianne naar boven. Voorzichtig duwde zij de deur van Fré's kamertje open - trok meteen weer terug.
Aan tafel over den brief, zat Fré te snikken.
Dien ganschen dag en den volgenden zag Marianne hoe het kind vocht om met zichzelf tot klaarheid te komen. Ze kòn niet laten voor Nico te strijden, en haar gevoelig hart was getroffen door haar vaders woorden. Met niemand praatte ze over den brief, dien ze geen oogenblik uit haar zak had gehad sinds ze hem kreeg.
Maar den tweeden dag zag Marianne Fré binnenkomen, terwijl Koen alleen in de waranda zat.
Zij zag hoe een oogenblik het kind, bleekgeworden, aarzelde, toen op hem toevloog, zijn hand greep - en zij hoorde tusschen Fré's snikken van berouw zijn troostenden kus...
‘Juffrouw - is er geen melk meer voor mevrouw?’ Ze schrikte op. Ze wist nu opeens, dat voor den tweeden keer Barta gevraagd had. En alsof zij op een misdaad zich betrapt voelde, ontweek haar onzekere blik Barta's vijandige oogen, terwijl zij machinaal naar de kast liep.
Dien avond, toen zij met Koen alleen was, zei hij:
‘Hoe moet 't nu met dien jongen!’
‘Praat eens met hem,’ smeekte ze. ‘Zeg 't dan eens, wat je toch wèl schrijven kunt.’
Hij zat stil - zijn hand vast gesloten.
‘Ja,’ ging ze door, warm-hartstochtelijk, ‘ze begrijpen je niet, omdat je je altijd inhoudt - je niet geeft zooals je bent. Dat kan je van een kind ook niet eischen. Maar ze houden zóó van je, dat als je maar eens even uit je stroefheid komt, je ze ineens ook weer hèbt - dat zie je aan Fré.