meeleven voor al
wat hem betrof. Dan trok zij zoo trouw partij voor hem, en raadde hem met al
haar gespannen belangstelling in zijn moeielijkheden, dat hij tenslotte
berouwvol en aanbiddend haast naast haar ging en dacht:
‘Ik lijk wel gek. Ik ben een ezel, en zij is gewoon een engel.’
Nu - een blijdschap haar gezichtje overlichtend, zei ze:
‘O Lou, ik verlangde zóó te weten, hoe is het gisteren afgeloopen?’
Hij stond voor haar, leek haar ouder, mannelijker dan te voren.
‘Ik ben aangenomen aan de N.O.T.; meneer Cloese heeft voor me gesproken....’
‘Dus je gaat naar den Haag - weg hiervandaan?’
De jongen greep begeerig naar haar hand.
‘Maar ik kom dikwijls naar huis zeg - en dan zien we mekaar toch. Hè zeg Els?’
‘Ja. Natuurlijk. Alleen, als je hier hadt kunnen blijven....’
‘Ja, een man kan nu eenmaal niet altijd thuis blijven,’ deed hij groot, en ze
glimlachte met iets teeders toen ze naar zijn gezicht keek. ‘En ik ben wèl blij
zie je, dat ik nu verdienen ga, en moeder kan helpen. Als ik op school was
gebleven had ik nog in geen twee jaar iets verdiend.’
Hij verzette zich tegen de vervelende herinnering dat opa en oma ook dit weer
geheel niet goedgekeurd hadden - gezwegen hadden en voor zich uitgezien zooals
zij altijd deden in zulke gevallen.
‘Ach, het is dichtbij huis, ik kom dikwijls, ik ga niet overzee,’ lachte hij - en
praatte verder, vertelde. Het meisje luisterde, maar het woord ‘zee’ had
plotseling iets in haar geraakt. Op eenmaal voelde zij in haar leden, haar bloed
het zware dreunende rhythme van den golfslag - en wegdwalend bedacht zij, dat ze
een Dans van de Zee vanavond wou probeeren op zolder. Wàs 't maar avond, ze kon
opeens aan niets anders meer denken.
Naast haar stond de jongen stil; zijn oogen dwingend in de hare, riepen haar
plotseling terug. Hij zei: ‘Ik heb nooit aan één mensch zoo alles kunnen
vertellen, zelfs niet aan oma, als aan jou. Als ik daar ben en ik schrijf je,
schrijf je mij dan ook terug?’
Ze knikte ernstig.
‘Ja Lou, dat doen we. Natuurlijk.’ Vanavond - vanavond de Dans van de Zee - Dans
van de Zee. Of van de Golven.... ‘ja dàg Lou, dàg!’
Opeens ging ze snel verder; bevrijd, en zichzelf dit maar half bewust. Sinds zij
op een avond met vader Leistikow had zien dansen wist zij:
Dat wilde zij ook! Als ze het vader vroeg.... Ze had de groote