argument dat de
ouderwetsche man zou blijven aanvoeren tegen vrouwenstudie.
Het meisje deed als hoorde zij niet. Zij dacht iets anders: ‘Zal ik het kunnen?’
Ze leerde niet makkelijk - ze had dit jaar moeten blokken en wou dat niet weten
voor thuis. Ze was sterk en gezond, maar al wat alleen haar hersenen leeren
moesten, waarbij haar hart uitgeschakeld bleef - ging moeielijk en zwaar.
De grootvader dacht: ‘Zonde en jammer. Een kind geschapen om te trouwen
immers.... zoo rustig en vrouwelijk en warm....’
Van haar keek hij in Jenny's oogen en hij proefde de vrouw die hierachter leefde.
‘Oogen zonder geheim,’ dacht hij.
‘Opa weegt me en ik ben te licht bevonden,’ lachte ze ongegeneerd met een even
toonen van haar gave blanke tanden. Met haar gespitst vrouwelijk instinct voelde
ze in hem, al was 't een oude man, den vrouwenkenner, en zijn blik beleedigde
haar bijna als die van een vreemde.
Seb en Annètje waren de dolsten aan tafel. Thuis was het tegenwoordig zoo stil
met vader die altijd in bed lag.
‘Sssst,’ deed Lou tegen hen, maar ze lachten hem uit. De anderen glimlachten om
hun baldadigheid van jonge honden; het broertje voelde zich plotseling eenzaam.
Er brak een luid gejuich los: opa hield den boon in de hoogte. Opa!
‘Jongens, ik tracteer jullie allemaal op Gysbregt van Aemstel vanavond!’
‘Hah! U gaat toch ook mee, en oma?’
Over de tafel zochten hun oogen elkaar.
‘Tante Jetje gaat mee, en we vragen tante Frans erbij - die gaat zoo graag.’
Lou's oplettende oogen gingen van opa naar oma.
‘Ze willen niet om vader,’ dacht de jongen. En ineens: ‘Maar ik
dan - wij dan....’
Iemand trok aan zijn mouw, en opziende zag hij in Els' ernstige aandachtige
oogen.
‘Ga je niet graag?’ vroeg ze.
Hij raakte beduusd, bijna knorrig om haar snel begrip. Maar ze keek hem zoo zacht
aan dat hij tegen zijn wil in vertrouwen loskwam.
‘Vader zal denken, ik lig hier en jullie gaan maar uit,’ stootte hij gekweld uit.
‘Neen,’ zei het meisje kalm. ‘Je vader zal zeggen: fijn dat ze uitgaan nu ik niet met hen kan.’
‘Denk je dàt?’
‘Vast.’