een
vers voor, dat ze toejuichten. Maar hij zag scherp dat ze het essentieele ervan
niet benaderden en na een poos bleef hij ook daàr weg.
Voor al zijn opgespaarde geld kocht hij boeken, die opgestapeld in een
grenzenlooze wanorde langs de wanden van zijn kamer op den grond lagen. Een
enkelen keer schreef hij een feuilleton, een scherp ontledende litteraire
bespreking in een of ander blad - o.a. over Goudvischje en Eerloos, de beide
successtukken van het Nederlandsch Tooneel in verband met de kunst van Ibsen en
Hauptmann.
Het trok de aandacht, maar toen hem geregelde bijdragen werden voorgesteld,
antwoordde hij niet. Het idee een brief erover te moeten schrijven, was hem al
genoeg zich terug te trekken.
Na zijn eerste artikel had hij in zijn ouders oogen de hoop duidelijk gezien dat
dit zijn weg zou worden. En Frederik had daarna
belangstellend erover willen praten: wàt de modernen nu eigenlijk precies
wilden....
Het was Frits oneindig pijnlijk geweest zijn vader zoo zijn best te zien doen om
hem te volgen en aan te moedigen door zijn belangstelling. Hij zou thuis altijd
allen moeten teleurstellen, zoo was het nu eenmaal. Er was er
maar ééne geweest in zijn leven die hij nooit teleurgesteld had omdat die nooit
van hem geëischt had: die zonder iets in hem anders te wenschen hem op haar
breeden schoot, in haar armen tegen haar gezonde trouwe borst gekoesterd had -
de kinderlijke, vurig levende grootmoeder uit zijn vroege jaren.
Het was aan haar, uit die gelukkige herinnering, dat hij plotseling in dezen
grauwen tijd zijn tweeden cyclus dichtte. Het bezat hem zoo volkomen, dat hij
eenvoudig zijn journalen opzij schoof op zijn lessenaar, waar 't wel lekker
rustig werken was in 't groenig licht der grachtboomen - en schreef en schreef.
Wonderlijke verzen waren het. Temidden van een bijna vrouwelijk gevoelig zich
terugleven in kindsheid, fantasie en droomen, beeldde hij scherp geteekend de
figuur, die bloedwarm opleefde uit wat hij zelf nù nog ragfijn en zuiver
navoelen kon en op te bouwen wist uit haar eigen verhalen eenmaal - argeloos
verteld van ouderlijk huis, jeugd en huwelijk.
Hij gaf die verzen zijn moeder op een avond dat zij alleen zat. En de eerste
dagen daarna ontweek hij haar, in een vrees dat ze erover beginnen zou. De
verzen hadden Annette diep ontroerd. Het had haar ook ontzaggelijk geschokt dat
deze jongen, haar Fritsje toch altijd eigenlijk nog, het vrouwengevoel kende en
doorvoelde op een wijze dat zij ervan ontstelde. Hoe wist hij
dingen uit haar moeders leven, die zij zelf wel aangevoeld
maar verdoezeld had. Waarom? Omdat denken over zooveel harde droevige dingen je
al je levens-