En
tegelijk de vreugd, wrang en zalig tegelijk, te worden opgetild in een nieuwe
gedachte, die waarheid was - en door die waarheid schoon....
Van Dugten, bij het uitgaan, zag haar oogen wijd met dat kinderlijk gretige en
tegelijk afwerend in zichzelf gekeerde. Frederik, licht uit zijn humeur om den
kerel, die altijd weer iets nieuws wist aan te randen - een slecht spreker
bovendien nog - spotte wat tegen een paar kennissen. De Roos wendde
onwillekeurig het hoofd om: hij herkende de stem. Toen plotseling keek hij bij
't snel weer afwenden, terzijde in Annettes gezicht. Een oogenblik zagen zij
elkaar aan - verward, peilend. Dan groette Annette hem, warm en onbevangen - of
zij zóó zou gaan praten tegen hem. En de vroege jaren waren in hen beiden
machtig en onverflauwd, terwijl zij als twee vreemden gescheiden, zwijgend in de
menigte naar den uitgang drongen.
Den volgenden dag kwam Annette bij Stance.
‘Waarom was je er niet? Ik heb naar jullie uitgekeken.... Multatuli....’
Maar Stance, die haar vriendin verwelkomd had met de gewone warmte, sloeg geen
acht op haar praten over de lezing. Haar blauwe zonnige oogen stonden ontsteld,
haar mond beefde.
‘Annètje - je weet wel, wat de Indische dokter zei over Dolfjes stuipen.... 't
Werd al erger den laatsten tijd - toen hebben we Bergema geroepen.
‘En?’
‘Hij zegt, 't zijn geen stuipen - 't zijn toevallen.’
‘Toevallen!’ schrok Annette wild op. ‘Hoe kàn dat?!’
‘O dat wéét ik niet, dat weet ik óók niet. Ik denk er aldoor over. Hoe kàn 't? Ik
ben zoo gezond en Otto toch ook vroeger. We hadden gezonde ouders. Hoe kòmt 't,
dat mijn kind niet goed is....’
‘Zou Bergema 't wel weten?’
Stance moest even lachen.
‘Och Annètje, dat ben jij weer! Was 't maar waar. Maar ik zie 't nu ineens zelf.
Herinner je je nog, zoo'n ongelukkige jongen, die altijd op den hoek van de
steeg bij ons stond? Die soms neerviel? Als kinderen waren we bang voor hem.’
‘O Stance, maar dat.... zoo is 't toch niet?’
‘Ja, zoo is 't wel. Ik heb dien jongen altijd onthouden.’
Ze probeerde zich te beheerschen.
‘Soms hebben epileptici een goed verstand. Ik heb gelezen dat Napoleon ook
epilepticus was - en Caesar.... Maar 't schijnt....