Annètje, op haar weg naar de Warmoesstraat, snoof de lucht in als iets
feestelijks - ze bedacht even bezorgd of de schoenmaker wel haar vaders
pantoffels, die ze geborduurd had, voor de Sint-Niklaas klaar zou hebben....
Dan - met het blije gevoel dat haar altijd vervulde bij de De Roozen - liep ze
even later den winkel door naar de achterkamer, schoof onmiddellijk vertrouwd
aan bij de tafel met het roodzwarte kleed, waar Karel zat achter een stapeltje
knipsels.
‘Kijk, Annètje....’
‘O prachtig jongen, heb jij die gemaakt?’
‘Ja.’ Hij haperde even, kleurde licht: ‘Weet je, ik heb een plan, maar 't gaat
misschien niet.... Ik wou een paar van deze knipsels in lijstjes zetten - en dan
tegen Sint-Niklaas in de kast....’
‘Om te verkoopen....’
‘Ja - probeeren.’ Hij stokte even, zei dan zacht: ‘Met de boeken gaat het soms
zoo slecht. Niet altijd. Maar we kunnen zoo goed wat geld gebruiken. Als dit nu
eens lukte....’
‘Wàt voor lijstje....’ was Annètje er dadelijk in.
‘Sommige rond, en andere vierkant - het hangt af van de knipsels, denk je niet?’
Annètje knikte. Het overrompelde haar: de De Roozen die geld noodig hadden - die
waren dus arm.... Karel zei de dingen altijd zoo.... wijzig, maar 't zou wel
waar zijn.
Een idee schoot in haar op:
‘O Karel, ik wéét ineens wat! 't Hoeven toch niet allemaal schilderijtjes te
worden! Dat kleine mooie vogeltje - daar maken we een bladwijzer van. En van dat
vlindertje - dat bloemetje....’
‘Dat is gewoon prachtig!’ riep de jongen. ‘Maar Annètje, daar moet jij dan aan
helpen.’
‘Mag dat?’
Annètje danste. Iets maken, dat voor de winkelramen zou liggen! Waar je buiten
voor zou staan en bij je zelf zeggen: ‘Dat heb ik gemaakt.’
‘Ik weet nòg wat: 't hoeft niet aldoor zwart op wit. 't Kan ook andersom....’
‘Of 't is uitgespaard,’ viel Karel in.
‘Of blauw op goud, of rood op zilver....’
‘Wat 'n idée heeft zij zoo maar ineens, hè moeder?’
‘Ja,’ glimlachte juffrouw De Roos, ‘nu moet ze het ook zèlf doen. 't Is haàr
idee.’
Annètje, de wangen gelukkig overbloosd, knipte voorzichtig en handig. Hier nu was
weer de echte blijheid, die temidden van