veel had hij toch zijn schoonvader altijd wel mogen lijden, maar Lot was dit nooit aan te praten geweest.
Oh, dat wrokken, dat eeuwige wrokken tusschen hen tegenwoordig! 't verlamde alles in hem: zijn lust in zijn werk, zijn thuis.... hoe was dat toch in 's hemelsnaam zoo gekomen! Had hij minder geduld dan vroeger? Ja, misschien was dat zoo - maar toen, na haar ziekte, had het iets gegolden, waarvoor hij kon meevoelen.
En zij was ook niet gelukkig zoo, dat zag hij duidelijk: zij verbitterden elkaars leven op die manier.
Bernard kwam gelijk met Hein en Bets; hij bleef niet lang, zei hij tegen Paul, Lena was alleen.
Zij schoven allen in een grooten kring half bij de tafel, half om den haard; en doordat zij zoo velen waren, was er een schijn van vroolijkheid in 't geroes van al die stemmen dooreen.
Meneer Terlaet zat stil voor den haard. Onder het heldere licht vonden zij allen hem dezen avond buitengewoon vervallen en zwak, met diepe wallen onder de ingezonken oogen. Maar zijn mond lachte, en hij keek stil verheugd den kring rond.
Alleen Hein was echt vroolijk. Die vertelde anecdotes van de beurs, over verschillende lui, die Papa nog wel kende; en de oude man lachte, maar zijn oogen kregen langzamerhand dien verren, vreemden blik, alsof er iets, voor de anderen onzichtbaar, zich om hem heenweefde, zijn aandacht onbemerkt van hem aftrok.
En langzaam - terwijl om hem nog het gewoon-doen der kinderen voortging, weefde het zich strakker om hem, bewogen zijn gedachten, al nauwer ingespannen, zich niet helder meer.
Nòg hield hij geforceerd rechtop zich in zijn stoel, met een onduidelijk, gelukkig besef, dat allen zijn kinderen daar waren.. om hem heen....
‘Sneeuwt het nog?’ vroeg iemand, maar hij herkende de stem niet. Als in nevelig droom-gebeuren gingen de geluiden, de gebaren langs hem heen - verloren zich dadelijk in mistige verte.
‘Ja - de sneeuw ligt dik - je hoort geen kar - -’
‘Neen - 't is stil buiten.’
‘Heeft er iemand iets van Lou gehoord in kort?’
‘Ja - een brief - - Dinsdag - -’
Al nauwer spon zich het weefsel om hem - scheen hem