met de zware kist door de keuken. De ‘Lustknaben’ keken vanonder hun gondel verschrikt naar de optocht. Eddy was blij ons te zien vertrekken; hij sloot zo gauw mogelijk de deur achter ons en wij stonden buiten, in de koude wind van een novemberavond. Heel het kamp sliep; de stilte was volkomen.
Toen we verder gingen riep een wacht ons aan. Hij kwam naderbij. Als hij het deksel op zou tillen, argwanend vanwege ons trage gaan, waren we verloren. Maar we vertelden hem over de dood, en in de schaduw van de majesteit van de dood werd de ss'er eerbiedig. Vooral toen we erbij voegden dat de dood door een ‘ansteckende Krankheit’ was veroorzaakt. Majesteit of geen majesteit, maar 't moet niet besmettelijk zijn.
De kist ging niet door de deur van het revier. Voorzichtig hevelden we de aardappelen over, naar een bergplaats achter de verbandkast en onder onze bedden. Toen de kist leeg was legden we de dode Pool erin. Van verbandpapier maakten we een lijkwade, we vouwden zijn handen samen en legden er een paar dennetakjes bij. De volgende morgen droegen we de kist naar een uithoek van het kamp. Pas als ze vol zou zijn werd er toestemming gegeven om ze naar de begraafplaats te brengen. Een crematorium had alleen het ‘Mutterlager’. De volgende dag kwam de Lagerälteste binnen. Hij had de kist geïnspecteerd en de dode Pool in orde aangetroffen. Alleen een ding begreep hij niet: waarom we de overledene een aardappel op zijn laatste reis hadden meegegeven. Hij nam aan dat het leeftocht voor 't hiernamaals was, gebruik van een hem onbekende sekte.