wijst naar een mooi klein schip voor het admiraliteitsgebouw. ‘Eind van de middag ben je er, morgenochtend zeilen jullie met het eerste tij.’
‘Waar gaan we heen?’ vraagt Nelis.
‘Dat weet je kapitein wel,’ zegt de jongeman.
‘Mag ik meevaren?’ vraagt tante Anna. ‘Ik wil ze morgen uitwuiven, ik heb familie in Hellevoetsluis.’
De jongeman is verbaasd, hij aarzelt. Dan haalt hij zijn schouders op. ‘Als de schipper van het jacht het goed vindt is het mij best.’ Hij gaat het grote gebouw in en kijkt niet meer om.
Tante Anna stapt meteen naar de schipper van het jacht en regelt in enkele minuten dat ze mee mag varen.
Als ze dicht bij elkaar op het schip zitten vraagt Simon: ‘Wat is dat voor familie in Hellevoetsluis, daar heb ik nog nooit van gehoord.’
Tante Anna lacht. ‘Ik ook niet,’ fluistert ze, ‘maar het klonk wel goed en nu zit ik hier, knappe jongen die me nog weg krijgt.’
Zo varen ze alle vier naar de oorlogshaven Hellevoetsluis. Het is een zeiltocht die de hele middag duurt. Eerst gaan ze naar het westen, de Maas af, dan wendt het scheepje bij een eiland naar het zuiden, gaat om een ander eiland heen en vaart tenslotte over een heel breed water naar Hellevoetsluis.
Tante Anna geniet van het tochtje. Ze praat met de matrozen en laat duidelijk blijken dat ze veel van varen afweet.
Nelis zit zwijgend bij haar broer, ze kijken over het brede water en voelen de deining van het schip. Zou het op zee nog harder op en neer gaan? Simon komt bij hen zitten.
‘Op een groot schip is het water niet zo dichtbij,’ zegt hij om zichzelf en de twee ‘broers’ moed in te spreken. ‘Grote schepen gaan ook niet zo op en neer.’ Het klinkt alsof hij het zelf niet gelooft.
Tante Anna komt er ook bij. ‘Gaat lekker hè? En dit is nog niks. Als je straks op zee bent en het waait een beetje, dan zul je nog wat beleven. Dan kun je niet op je benen blijven staan.’
De drie onervaren zeelieden zwijgen, ze vinden het niet leuk.
In Hellevoetsluis moeten ze meteen aan boord van de Brielle, een flink oorlogsschip met twee rijen kanonnen. Tante Anna blijft op de wal.