Zonder verder een woord te zeggen, vertrok Mina. Jan groette ze ook niet. Ze klom op haar paard en reed weg. Jan wist niet wat hij er van denken moest. Hij had alles wel gehoord, maar hij kende voor zulk soort moeilijkheden maar één oplossing: weg wezen. Daarom deed hij het verstandigste wat hij doen kon: hij ging verder met zijn werk.
De vlonder voor de koe was nog lang niet klaar en Jan was al spoedig weer volop bezig.
Na enige tijd kwam Anna uit de hut. Ze ruimde de rommel bij de kookplaats op en ontdekte opzij van de hut het visnet. ‘Heb je nog vlees of vis?’ vroeg ze Jan.
‘Nee,’ zei Jan, ‘ik kon niet vissen, gister.’ Even dreigde de wolk van herinnering weer op te komen, maar Anna beheerste zich.
‘Goed,’ zei ze, ‘dan ga ik nu.’ Ze nam het net en roeide weg.
Na ruim een uur kwam ze terug met twee flinke brasems en wat kleingoed. Lodewijk was er haar dankbaar voor. Handig maakte Anna het eten klaar en zwijgend aten ze, alsof het altijd zo geweest was.
Toen Mina in Nieuwerbrug terugkwam, trof ze de soldaten daar in grote opwinding. Er was bericht gekomen dat de vijand voor de kust verdwenen was. Gebrek aan voedsel en drinkwater en zware stormschade op vele schepen, dwongen de vijand tot een roemloze terugtocht.
Het was zeker niet zo dat de soldaten de gebeurtenissen van de laatste dagen met ademloze spanning hadden gevolgd, maar de berichten over het vertrek van de landingsvloot werden gebracht door de betaalmeester en in de saaie, druilerige vestingdienst was elke afwisseling welkom.
Mina vond dan ook in de herbergen een uitgelaten troep soldaten, die de pas ontvangen soldij verbrasten alsof het niet op kon.
Sergeant Pauw was al verre van nuchter toen hij Mina zag aankomen. ‘Mina, waar blijf je nou,’ zei hij met dikke tong, ‘er is overal feest en jij zit daar maar bij gekke Jan.’
‘Als er daar een gek is, is het die meid,’ zei Mina bits.
‘Meid? Wat voor meid?’ Pauw sloeg zijn arm om Mina heen. ‘Nog meer meiden, nog meer vreugde,’ lalde hij. ‘Kom mee, daar moet op gedronken worden.’
Mina liet zich meenemen. Voor het eerst sinds jaren ging ze een herberg binnen met de vaste bedoeling er stomdronken gevoerd te worden.