op zo'n lange tocht,’ zegt hij. ‘Als we in het zuiden komen, zijn er in elk gasthuis broeders die meteen na aankomst je voeten wassen, hier doen we het zelf. Laat me eens zien, hoe ben je de dag doorgekomen.’ De oude man bekijkt aandachtig de voeten van Albert. Hij knikt goedkeurend. ‘Niet slecht, je hebt stevige voeten, je kunt goed lopen. Toch zullen we je voetzolen wat steviger maken, het is nog een lange reis.’
Arnoldus maakt een mengsel van kaarsvet, olie en alcohol en smeert daarmee de voeten van zijn reisgezel in. Albert piept, op plekjes waar ze een beetje stuk zijn doet het pijn.
Arnoldus masseert zachtjes.
‘Eigenlijk heb je olijfolie nodig,’ zegt hij. ‘Die hebben we nu niet, hier gaat het ook wel mee. Doe je sokken maar weer aan. Nee, niet de sokken waar je al de hele dag op gelopen hebt, droge, die zitten in je tas.’
Na de voetverzorging en na het wassen mag Albert bij het vuur zijn kleren drogen. Hij wordt er lekker warm.
Het is vol in de baaierd, iedereen wil bij het vuur zitten. Albert kijkt eens rond. Het is net zo'n zaal als in Deventer, misschien iets kleiner.
Bij de voedseluitdeling staat Albert helemaal vooraan.
‘Je wordt al een handige pelgrim,’ lacht Arnoldus. ‘Een plaatsje bij het vuur en vooraan bij het eten.’
Albert zegt niets, Albert eet. Een flink stuk schapevlees op een dikke plak brood en een houten nap vol soep. Met zijn mes snijdt de jongen stukken vlees af en eet ze op. Als het vlees op is eet hij het brood op, dat doordrenkt is met het vleesnat, heerlijk. Rijke mensen geven het brood waarop hun vlees lag aan de armen. Albert is zelf zo'n arme, hij eet alles op.
Niemand gebruikt een bord, vorken kent men niet. Een mes, een lepel en een houten kom voor je soep, dat is alles.
Na het eten zoeken ze een plekje om te slapen. Er is een strozak waar de twee pelgrims samen op kunnen liggen; ze hebben twee dekens. Albert is doodmoe, hij gaat meteen liggen. Arnoldus dekt hem toe met een deken en legt de warme mantel er overheen. Het kan koud zijn in de nacht.
Albert is gelukkig, hij ligt goed, hij heeft gegeten en de warme