Er kwam een sloep met soldaten naar de wal.
Ze vroegen: “Zijn hier soldaten van de koning?”
Wij lachten en riepen: “Nee, die komen hier niet.”
Ze gaven een sein naar het voorste schip.
Er kwamen nog meer sloepen naar ons toe.
In één van die bootjes zaten deftige heren, daar was de Prins van Oranje bij’, vertelt Peter.
‘De prins?’, roepen de mensen verbaasd.
‘Ja, de Prins van Oranje, ik stond vlak bij hem.
Hij gaf me dit papier.’
‘Wat staat er op?’, roepen de mensen.
‘Dat weet ik niet, ik kan niet lezen.’
Gelukkig is de dominee ook bij de kar van Peter.
Hij pakt het papier en leest het voor.
De mensen luisteren, Thomas ook.
Thomas hoort:
‘De koning van Engeland is geen goede koning.
Daarom komt de Prins van Oranje hier naar toe.
Hij wil geen oorlog.
Hij komt om de mensen te helpen.’
Als de dominee alles heeft voorgelezen, roept hij: ‘Dit is goed nieuws, jullie weten dat onze koning katholiek is.
Wij zijn protestanten, wij gaan naar een andere kerk.
Dat mag niet van de koning.
De Prins van Oranje komt de protestanten helpen.