armoedig. Alles was oud, kaal en versleten.
Oom Pieter stond het eerst op van tafel. Moeizaam liep hij naar de deur.
‘Ik loop maar wat heen en weer,’ zei hij met zwaarverkouden stem.
‘Gisteravond zat ik klem en nu doet het pijn.’
Hij hinkte de schuur in.
De boer keek hem na door de open deur. Hij stond ook op en volgde oom Pieter.
‘Kom,’ zei hij. Hij leidde zijn gast naar een hoek van de lage schuur en nam daar twee houten krukken van de wand. ‘Neem, loop beter,’ zei hij en deed voor hoe je de krukken moest gebruiken. Oom Pieter probeerde het en voelde dat hij zo veel beter vooruit kon komen. Hij wilde de boer bedanken, vragen hoeveel het kostte, maar de man weerde alle dank af.
‘Geeft niet, goed voor jou, neem mee.’
Het waren wonderlijke krukken, gemaakt van boomtakken, heel precies uitgezocht, zodat op beide stokken bovenaan een vertakking in tweeën zat, die de holte voor de oksel gaf en een zijtak lager om de hand steun te geven.
Oom Pieter toonde blij zijn cadeau aan Willem en Margje. Ze overlegden wat ze de boer zouden geven.
‘Een goede overjas,’ stelde Margje voor. Ze nam er een uit de koets en bood die de boer aan. Die wilde niets hebben.
‘Dat is voor stadsmensen,’ zei hij. Ook andere cadeaus weigerde hij. Oom Pieter koos uit de voorraad andere kleren voor hemzelf en en verstopte zijn oude uniform.
Ze maakten zich klaar om te vertrekken.
Het paard kwam weer voor de wagen en ze konden gaan.
Op het laatste moment hield de boer oom Pieter bij de arm.
‘Vluchteling?’ zei hij.
Oom Pieter aarzelde, zou hij het zeggen?
‘Ja,’ zei hij. ‘Ik ben Hollander, ik zat in Wezel.’
De boer knikte. ‘Wees voorzichtig, Pruisen niet goed, pas op voor ze.’
‘Denkt u dat ze ons achtervolgen?’
‘Kan zijn, oppassen. Voorbij Gelder, snel naar Venlo.’
‘Ja, in Venlo zijn we veilig.’
Oom Pieter stapte in en verstopte zich achter de bagage. Margje kwam weer op de bok. Ze had haar winterkleren aan, de vlechtjes en het schortje droeg ze niet meer. De vluchteling zat in een ongemakkelijke houding, heen en weer schuddend in het koetsje. Wie naar binnen keek kon hem echter niet zien.