neer, ze wilden er goed op kunnen letten.
Willem zou het geld ontvangen, Margje moest voor de klanten zorgen. Ze deed wat ze op de markt wel vaker kooplui had zien doen. Ze nam een paar handdoeken van de stapel en liep ermee naar de mensen toe. De prijs stond met grote cijfers op een papier op de bovenste handdoek. Ze liet de vrouwen de stof betasten, nam ze mee naar het rijtuig en spreidde daar de doeken uit.
Spoedig had ze zo tien handdoeken verkocht. Dat ging goed. Willem rammelde tevreden met zijn beurs. Het paard stond maar zo'n beetje te slapen, die wachtte wel tot ze klaar waren.
Na de handdoeken probeerde Margje het eens met shawls en omslagdoeken, die waren veel duurder. Ze hadden drie prijzen gemaakt. Tot haar verbazing merkte Margje dat de duurste doeken het eerst verkocht werden. Toen verhoogden ze ook de andere prijzen maar en dat werkte, de verkoop steeg.
Na twaalven werd het stiller. Sommige marktkooplui pakten hun handelswaar alweer in. Er dreigde regen. ‘We kunnen de boel beter opbergen, voor het nat regent,’ zei Willem. Ze vouwden alles netjes op en deden het weer in de koffers.
Het paard kreeg te eten en Willem zette een emmer water klaar.
De jonge kooplieden sloten de koets goed af en gingen eten in een herberg op het marktplein. Ze waren tevreden over hun werk.
's Middags probeerden ze nog meer te verkopen, maar inmiddels was het zachtjes gaan regenen en er waren weinig klanten meer. Toen kwam er een man naar hen toe. Hij had al een tijdje naar ze staan kijken zonder iets te kopen. Hij wilde alle handelswaar zien.
‘Waarom,’ zei Willem.
‘Ik wil alles kopen, ik geef een goede prijs.’
‘Mag niet van onze oom,’ zei Margje. ‘We verkopen alleen tegen de vastgestelde prijs.’
‘Je kunt je oom zeggen dat je korting hebt gegeven voor afname van grote aantallen,’ zei de man. Willem wilde weten wat de man dan wilde geven.
‘Dan moet ik het spul eerst zien,’ hield de man vol.
Willem pakte een omslagdoek die bovenop lag. De man bekeek de doek aandachtig en noemde een prijs. Het was minder dan de helft van het bedrag dat ze zelf gevraagd hadden. Willem en Margje hoefden er niet eens meer over te praten.
‘Dat is te weinig,’ zei Willem.
‘Vaste prijzen,’ zei Margje tevreden. Willem legde de doek terug en sloot het rijtuig. De koopman verdween.
Aan het eind van de middag kwamen Margje en Willem terug bij de