mocht er zo'n beetje bijzitten, maar ze moest wel voelen dat ze niet op haar plaats was. Stel je voor, zo'n ex-weesmeisje bij de deftigsten van Gouda.
Moeder en dochter waren allebei doodmoe toen ze thuis kwamen. Zwijgend deden ze hun hinderlijke pruiken af, trokken luchtiger en gemakkelijker kleren aan. Moeder had weer zware hoofdpijn. Ze kreeg het wondermiddel groene thee en sliep een paar uur. Margje had kiespijn van alle zoetigheid. Tante Melanie gaf haar mosterdzaad in een doekje, dat moest ze in wijnazijn dopen en tegen de zere kies houden. Het hielp echt en na een uur was Margje die visite weer vergeten.
Ze vond het wel jammer dat ze niet bij oom Kees en tante Jantje kon zijn. Het was zulk mooi weer. Elke dag zon, in de stad liepen de mensen zoveel mogelijk in de schaduw. Wat zou het nu fijn zijn op de boerderij bij de Vlist. In de stad had je alleen bomen langs de gracht en wat groen in de tuinen achter de huizen.
Lange, warme middagen lag Margje die zomer lui in een stoel in hun kleine tuintje. Verveeld las ze een boek of staarde zomaar wat naar de blauwe lucht. Zo'n lange zomer, zo vervelend. Oom Pieter ver weg, in huis niemand die eens een grapje maakte, niemand was blij. Het leven ging zo stil en saai voorbij in de stad, er gebeurde niets.
Toch zat er spanning in de lucht. Er waren allerlei geruchten dat het niet goed ging met de patriotten. In Middelburg plunderden mensen de huizen van patriotten. Ze riepen daarbij: ‘Oranje boven, de kezen in de goot.’
Er werd verteld dat het drie dagen en twee nachten doorgegaan was. Er zouden negentien huizen helemaal leeggeroofd zijn. Ook in Gelderland plunderden orangisten de huizen van patriotten. Prinses Wilhelmina stuurde in die weken een officieel protest tegen haar aanhouding aan de Staten van Holland. Ze eiste nog steeds vrije doortocht naar Den Haag. De Staten van Holland vreesden dat er een orangistisch oproer in Den Haag zou uitbreken als de prinses daar kwam. Zij herhaalden hun weigering, de prinses kwam Holland niet in. De patriotten vroegen de Franse koning te bemiddelen in hun conflict met de stadhouder. Van Pruisische kant dreigde men al met geweld.
Twintigduizend Pruisische soldaten werden op 17 juli bij Wezel samengebracht. Wat ging dat leger doen? Wezel was niet ver van Nederland. De koning van Pruisen vroeg zijn zuster wat hij voor haar kon doen.
Pruisen, Engeland, Frankrijk, alle omringende landen bemoeiden zich met het conflict tussen patriotten en stadhouder.