leek stuurloos met wind en stroom naar de kust te drijven.
De Zeehond koerste behoedzaam op de geheimzinnige Spanjaard toe. Nog steeds vertoonde zich niemand aan dek. Het schip was nu al zo dichtbij, dat het doelloos heen en weer draaiende stuurrad te zien was. Aan een van de masten hingen de rafelige resten van een vlag. Nog dichterbij komend zagen ze kleine scheepskanonnen, die bij elke beweging van het schip met dof rommelend geluid heen en weer rolden. Iedereen die niets te doen had, stond aan de verschansing van de Zeehond. Sommigen met de enterhaak in de hand.
Ze gleden op enkele meters langs het Spaanse schip.
‘Enteren!’ schreeuwde De Blok. De haken sloegen in het krakende hout van de Spanjaard. Nu konden de geuzen aan boord kijken.
Wat ze zagen, vervulde zelfs deze onverschillige, harde kerels met afgrijzen. Op het dek lagen dode matrozen, een was er half in een luik blijven steken. Ze waren niet door verwondingen omgekomen. ‘Pest,’ mompelden de geuzen. De Spanjaarden waren gestorven aan de gevreesde scheepskoortsen, die de zeelieden meestal als pest betitelden.
‘Tien man met mij mee,’ riep de schipper, ‘raak de lijken niet aan!’
Het kleine groepje geuzen ging met een zekere schroom aan boord van het dodenschip. Vast aan elkaar gehaakt voeren de twee schepen voor de wind langs de kust onder een dreigende grijze lucht. Schipper De Blok en zijn mannen braken de luiken open en vonden een ongewoon rijke lading: Portugese en Spaanse wijn, kostbare stoffen en verder veel zout. Zo snel mogelijk werden de wijn en de stoffen uit het Spaanse schip gehaald, want het gevaar van stranding werd elke minuut groter. De wijnvaten werden op het middendek gestouwd, de stoffen liet de schipper op de kampanje neerleggen.
Na het verlaten van het dodenschip gaf De Blok bevel het in brand te steken. De Zeehond zette koers naar Vlissingen en de Spanjaard dreef als een grote fakkel brandend op de kust af. Weldra zou het schip op een zandbank vastlopen en verder uitbranden.
Aan boord van de Zeehond had Floor gezorgd voor grote ketels heet water. De groep die op het Spaanse schip geweest was, ging zich goed wassen. Een ongewoon schouwspel, dat veel be-