elkaar stelden de Prins in staat zijn soldaten te betalen.
Eerst vond Floor zijn nieuwe werk wel leuk en hij bleek een vlugge leerling te zijn. Maar nadat hij twee, drie weken niets anders gedaan had dan lijsten schrijven van zes uur 's ochtends tot zeven uur 's avonds, begon hij toch wel heimwee te krijgen naar de frisse lucht. Het geld dat hij verdiende was maar net voldoende om zijn logement te betalen. En op een dag stond hij op het punt de Spaanse dolk te verkopen om op die manier aan geld te komen voor een nieuwe broek.
Toch kon hij er niet toe besluiten het wapen te verkopen. Hij was eraan gehecht geraakt. Sinds de plundering van Mechelen had hij het steeds bij zich gedragen. De dolk gaf hem een gevoel van veiligheid. Bovendien sneed hij er zijn brood en vlees mee. Enkele dagen later echter was hij uit de geldzorgen zonder de dolk te verkopen.
Floor stond als gewoonlijk bij zijn lessenaar te schrijven, toen er een geuzenkapitein binnenkwam om met de ontvanger te spreken. Dit was niets bijzonders. Dagelijks kwamen er geuzen bij de ontvanger om hun buit te melden en om uit te laten rekenen welk deel voor de Prins was. Floor keek niet op, werkte gewoon door. Maar toen hij de stem van de geus hoorde, leek het of zijn hart stilstond. Hij keek op, de pen viel uit zijn hand en maakte een grote vlek op het papier.
De geus keek zijn kant uit... en daar stond Floor oog in oog met Laurens de Blok... Het weerzien tussen een vader en zijn zoon kon niet hartelijker zijn dan het weerzien van Floor en de doodgewaande De Blok. Ze schaamden zich er niet voor dat de tranen over hun wangen stroomden.
De ontvanger vond het maar een rare vertoning, hij maakte een opmerking over de lelijke vlek.
‘Wat doe je hier in dit donkere hol?’ vroeg de schipper.
‘Ik moet hier de kost verdienen,’ zei Floor.
‘De kost verdienen!?’ riep de schipper uit. ‘Dat hoeft helemaal niet; ik heb aan boord nog een hele zak geld liggen.’
Floor keek verbaasd.
‘Je aandeel in de buit van Saaftinge en het schip de Eenhoorn,’ legde de schipper uit.
Toen Floor wist dat hij genoeg geld had om dit saaie baantje op te geven, nam hij meteen ontslag.