De kleine stoet bereikte met moeite het schavot.
De menigte begon op te dringen om niets te missen. Kinderen vielen en begonnen te huilen.
De Engelse militairen maakten arm in arm een kring om het schavot en hielden de menigte zo op afstand.
De stadsomroeper las met luider stem de vonnissen voor. Pierre Latte riep er allerlei dronkemansopmerkingen doorheen, waar de mensen veel plezier om hadden. Zo verstond bijna niemand wat de omroeper zei.
De predikant kwam naar voren en probeerde met de mannen te bidden. Latte weerde hem af en onder afkeurend gejoel van de menigte sloeg Leroux een kruis en bad hardop in het Latijn. De predikant trad terzijde en de beul greep Pierre Latte beet om hem naar het blok te sleuren.
Latte leek plotseling helemaal nuchter te worden. Hij huilde en riep; ‘Ik heb niets gedaan!’ Op Leroux wijzend; ‘Hij wilde de schipper vermoorden!’
De massa lachte hem uit en onder luide kreten van aanmoediging volvoerde de beul zijn gruwelijk werk.
Daarna was de beurt aan Leroux.
‘Ik ben onschuldig,’ riep hij uit. ‘Ik wilde de schipper alleen maar wat geld te leen vragen.’
‘Zeker met je mes als onderpand in zijn ribbenkast!’ riep een van de geuzen.
Luid gelach om deze opmerking. Achteraan vertelden de omstanders het door aan mensen die niet verstaan hadden waarom er gelachen werd.
Wat Leroux daarna zei, was door het rumoer alleen maar vooraan te verstaan, waar de mannen van de Zeehond stonden. De veroordeelde riep: ‘Het is allemaal de schuld van die jongen uit Mechelen, hij vertelt alles aan de schipper, hij liegt altijd, hij komt van de Spanjaarden als spion.’
Deze opmerkingen zouden op den duur meer invloed hebben dan men op dat moment kon vermoeden.
Onder kreten als ‘roomse hond’ en ‘moordenaar’ voltrok de beul het vonnis.
De menigte verspreidde zich.
De mensen hadden een mooie ochtend gehad.
Toen Floor na tien dagen weer aan dek kwam, was de stem-