gemakkelijk aan een stuk grond kwam. ‘Verder naar het westen,’ was wat je hoorde.
Aan het ontbijt sprak hij erover met Molly. Ze was verrast hem zo spraakzaam te vinden na al die dagen van somber zwijgen.
Ze was het snel met hem eens. ‘Als ik mee mag kan het me niet schelen waar we heen gaan.’
Nog diezelfde ochtend zaten ze in de trein naar Regina, hoofdstad van de provincie Saskatchewan, een reis van vijfhonderd kilometer.
Pas de volgende dag zouden ze daar aankomen.
In de nacht, terwijl om hen heen de mensen sliepen, zaten Molly en Abe bij elkaar bij het raam van de trein. Ze zagen het laaggedraaide olielampje weerkaatst, meedansend in de duisternis, ze zagen hun eigen weerspiegeling, glijdend over het prairiegras of brokkelig springend in de takken van struiken langs de spoorbaan.
‘Als het lukt om daar grond te krijgen, wordt het een zwaar en eenzaam bestaan,’ zei Abe.
Molly knikte.
‘Je kunt in Regina ook werk zoeken in de stad, als je bang bent voor de eenzaamheid.’
‘Ik ben alleen maar bang als ik niet bij jou ben,’ zei Molly.
Abe zweeg. Ze sloeg haar arm om hem heen en scheen op het punt tegen zijn schouder in te slapen.
Aarzelend zocht hij zijn woorden. ‘Als je het aandurft zullen we het samen wel redden, maar ik trouw niet met je, niet meteen, later misschien. Je moet begrijpen dat je, dat je altijd tweede zal zijn.’
In het schemerduister van de voortrommelende trein veegde zij zijn tranen weg en zei: ‘Dat weet ik, Abe, dat weet ik best, ik ben de eerste die bij jou tweede is en dat is genoeg voor mij.’ Daarna sliep ze in en hij zat rechtop, naar buiten kijkend zonder iets te zien.
Regina bleek een veel kleinere plaats dan Winnipeg. Een net, klein stadje, waar de officiële kantoren nog eenvoudige houten huizen waren, met ambtenaren, die in hun eentje in een uur tijd evenveel voor de immigrant deden als zes man in zes verschillende bureaus in Winnipeg in een hele dag.
Ze hoefden er niet lang te wachten. Nog diezelfde dag reisden ze door met de papieren op zak voor een stuk land in de omgeving van Morse.
Tegen de avond kwamen ze in Moose Jaw aan. De trein naar Morse vertrok pas de volgende ochtend, ze moesten een hotel zoeken.
Er was niet veel keus. Aan de onverharde hoofdstraat stonden twee