vrouw de komende dagen veel rust nemen, ze heeft het nodig.’
De oude man knikte en keek het koetsje na.
Daarna liep hij naar Aukje. Ze sliep nog steeds. ‘Famke, famke,’ mompelde hij, ‘waarom komen ze mij niet halen?’
Hij ging aan zijn werk zonder te zien wat hij deed.
Toen Aukje wakker werd zat de dominee bij haar. Ze was nog verward van het dromen. Ze zag er slecht uit, haar blonde haar lag piekerig op het kussen.
‘Heeft de dokter al met je gepraat?’
‘Nee, is hij hier geweest?’
‘Ja, je kunt hier niet blijven, Aukje. Het wordt voor je moeder te zwaar om je te verzorgen. Vanmiddag ga je een poosje naar het ziekenhuis. Daar kun je een betere verzorging krijgen.’
Aukje lag machteloos achterover. Naar het ziekenhuis, daar had ze helemaal niet op gerekend.
‘Mogen de kinderen daar ook komen?’
‘Er zijn bezoekuren. Het is echt beter voor je, Aukje.’
Zij knikte. Ze voelde zich duizelig, terwijl ze gewoon plat op bed lag. De dominee bleef bij haar tot ze insliep.
Voor de beide jongens was het ook een zware slag dat mem naar het ziekenhuis moest. Een ziekenhuis, daar ging je alleen heen als het heel ernstig was.
Even na de middag kwam er een rijtuigje uit Leeuwarden, ingericht voor ziekenvervoer.
Niemand kon beppe weerhouden mee te gaan. Zelfs de dokter was daar niet toe in staat. Pier moest gewoon naar school en ieder ging verder aan zijn werk.
In de stad was beppe er bij, toen ze haar dochter naar de zaal brachten. Tegen alle voorschriften in bleef ze er bij tot Aukje helemaal goed verzorgd lag.
‘Lig je nu wel goed?’ vroeg beppe.
Aukje knikte. ‘Het is goed zo, mem. En... nog bedankt voor alle goede zorgen.’
‘Ik had je liever thuis gehouden famke.’
‘Ik kom wel weer thuis mem.’
Ze zwegen allebei.
‘Mem, als ik er niet meer ben en Abe is nog niet terug, wil mem dan wel voor de kinderen zorgen?’
Haar moeder knikte. ‘Natuurlijk famke. Maar zo moet je niet praten. Je bent hier om beter te worden.’
De hoofdzuster zei, dat Aukje moest gaan slapen. Beppe ging stil-