hen in de keuken. Daar was het warm. Kleumerig zaten de jongens bij het vuur.
De meisjes brachten het warme water naar de kamer waar Martha met Ezra bezig was. Ze wasten het zieke kind en trokken haar schoon nachtgoed aan. Eindelijk kon ze slapen, gewassen, in een warm bed.
Martha bemoeide zich nu met de jongens. Ze wilde weten waar ze vandaan kwamen en waar ze heen gingen. Jacob gaf vage, ontwijkende antwoorden. De andere kinderen van de bakker en zijn vrouw kwamen een voor een naar de keuken. Er kwam geen eind aan. Twaalf kinderen hoorden in dit gezin, van een baby in de wieg tot de grote jongen die in de bakkerij werkte. De oudere meisjes hielpen allemaal in de huishouding. De bakker kwam naar boven, hij maakte ook een praatje met zijn ongewone gasten. Jacob en Rodrigo hadden moeite hun ogen open te houden. Toch begon Jacob langzamerhand iets meer te begrijpen van het bakkersgezin. De bakker zelf stelde zich voor als Julien. Hij sprak frans, zijn vrouw Marhta sprak duits en onderling gebruikten ze een mengtaaltje.
Julien stelde de kinderen voor, voorzover ze op dat moment in de keuken waren. De drie zonen hadden franse namen, naast Lucien die bij zijn vader in de bakkerij werkte waren dat Maurice en Antoine, kleine jongens van een jaar of zes. De negen meisjes hadden allen duitse namen.
Jacob kon het allemaal niet goed volgen, Rodrigo sliep bijna. Bij het eten zag Jacob dat ze geen kruis sloegen. Tot zijn grote opluchting hoorde hij dat ze in een protestants gezin terecht waren gekomen. Eindelijk kon hij tenminste op dat punt vrijuit spreken. Toch bleken Julien en Martha ook op godsdienstig gebied een wonderlijke twee-eenheid: Lucien was hugenoot en Martha luthers.
Jacob had ook moeite zijn ogen open te houden.
De vrouw zag het.
Ze zorgde ervoor dat de jongens zich konden wassen en daarna werden zij ook in bed gestopt.
Laat in de middag werden ze pas weer wakker.
Rodrigo vroeg meteen hoe het met Ezra ging.
Martha keek bedenkelijk. Ezra was erg ziek. Ze leek heel klein in het grote bed. Ze sliep nog steeds. Ze had koorts. Voorlopig lieten ze haar maar slapen.
De jongens aten met het grote gezin van Martha en Julien mee. Ze kregen een slaapplaats op zolder, Ezra behield het grote bed. De meisjes sliepen tijdelijk op de grond.