Ineens stond Anna achter hem. ‘Zeg nu maar eerlijk wat er met jou is Hollander,’ zei ze zacht.
Jacob sprong opzij, keek haar verwilderd aan.
‘Hoe... hoe weet jij... ik ben...’
‘Rustig nou maar,’ suste Anna. ‘Vertel mij eerlijk wat er is, dan kan ik je misschien helpen.’
Ezra en Rodrigo keken gespannen toe. Zouden zij het zeggen? Jacob keek Anna aan. Hij aarzelde nog.
‘Kom schiet nou maar op,’ drong ze aan. Als we nog iets moeten doen, hebben we niet veel tijd. Jij bent een Hollander. Dat heb ik al gezien toen jullie bij ons kwamen. Ik heb lang genoeg in dat waterland bij het leger gediend om te weten hoe jullie er daar uitzien. En als ik me niet heel erg vergis ben je nog een vijand ook. Jij hoort bij de rebellen, waar of niet?’
Jacob keek op. ‘Ik ben een dienaar van de prins,’ zei hij fel.
‘Wij noemen dat rebellen,’ zei Anna rustig. ‘Opstandelingen tegen de koning en de kerk. Maar goed, dat kan jij ook niet helpen, je bent gewoon aan de verkeerde kant geboren. Waar het om gaat is: Watdoejij hier en wat is dat voor brief?’
‘Ik breng een brief naar de prins van Oranje,’ zei Jacob zacht. ‘En van wie komt die brief?’
‘Ik kreeg hem in Venetië,’ zei Jacob ontwijkend.
‘Dat vraag ik niet. Laat hem eens zien.’
Jacob haalde de brief van de sultan tevoorschijn.
Anna keek er aandachtig naar. ‘Italiaans kan ik lezen, maar dit snap ik niet. Wat is het, turks?’
Jacob knikte.
‘Heilige moeder Gods, sta me bij,’ zuchtte Anna. ‘Ze maken het steeds gekker in hun stomme oorlogen. Nu sturen ze al kinderen met geheime brieven door heel Europa. Weet je wat er met je gebeurt als je hiermee gepakt wordt?’ Ze gaf de brief terug. Jacob knikte en borg hem weer weg. ‘Dan hangen ze me op,’ zei hij rustig. ‘Dat zegt hij alsof hij om een boterham vraagt,’ riep Anna uit. vertwijfeld hief ze haar handen ten hemel. ‘Weet jij wat dat betekent? Heb je ooit iemand op zien hangen?’ ‘Nee,’ zei Jacob.
‘Dan hoop ik dat je het nooit zal hoeven zien.’
Ze zwegen.
Ezra wilde iets zeggen, maar Anna was haar voor.
‘Jullie moeten hier weg. Zo vlug mogelijk. Heb je geld?’
Jacob knikte. Hij had nog een flink deel van zijn reisgeld over. Rodrigo zei niets. ‘Vanavond zullen ze je pas missen. Dan moeten jullie alle drie al een flink eind hier vandaan zijn. Ga naar het oosten en volg de Rij n. Je komt dan