Turkije groet de machtige overwinnaar van de historische slag die heden gestreden is.’
‘U komt van de sultan van Turkije?’
‘Jawel excellentie.’
Prins Maurits wenkte zijn secretaris. ‘Mijnheer van der Mijle, breng deze gezant naar uw tent, onderzoek zijn geloofsbrieven en hoor wat hij te zeggen heeft. Vertel het mij als het belangrijk is.’
Perovia begreep niet wat er gezegd werd. Hij merkte echter dat het gesprek snel afgelopen was. Van der Mijle nam hem mee en liet hem op een lage bank in zijn tent zitten. De soldaten bleven naast hem staan.
‘Hebt u geloofsbrieven, stukken waaruit blijkt dat u gezant bent van de sultan?’
Santos Perovia keek heel verbaasd.
‘Geloofsbrieven? U denkt toch niet dat de sultan zijn dienaar op reis stuurt voor een geheime zaak met brieven op zak?’
‘Het is heel gebruikelijk dat dienaren van vreemde vorsten zich op een of andere wijze als zodanig kenbaar kunnen maken,’ zei van der Mijle koeltjes. ‘Er zijn nogal wat oplichters die proberen zich belangrijker voor te doen dan ze zijn,’ voegde hij er aan toe.
Perovia werd heel boos. ‘Hoe durft u mij een oplichter te noemen. U beledigt mij, en door mij te beledigen kwetst u de hoogmoedige heerser aller Turken. Ik heb een uiterst belangrijke boodschap voor uw meester, een bericht dat zo geheim is, dat ik het alleen aan hem persoonlijk mag overbrengen.’
‘Zoals u wilt,’ zei Van der Mijle. ‘U zult dan wel tot morgen moeten wachten. De prins heeft vanavond geen tijd om u te ontvangen. Als u mij wilt zeggen waar het over gaat, kan ik zien wat ik morgen voor u doen kan.’
‘Onmogelijk, deze belangrijke zaak kunt u niet uitstellen. De prins moet dit zo snel mogelijk weten.’
‘Als ik niet weet waar het over gaat, kan ik niets voor u doen. De prins heeft nu andere bezigheden,’ herhaalde Van der Mijle.
Perovia zuchtte. ‘Goed dan,’ zei hij, ‘ik zal u er iets over vertellen. U bestrijdt de spaanse koning, en mijn heer, de machtige sultan, ook hij bestrijdt de koning van Spanje. Vandaag hebt u een grote overwinning behaald. Die overwinning zou nog groter zijn als Spanje nu ook in de Middellandse zee aangevallen werd. U kwam naar het zuiden, om Duinkerken aan te vallen. De spaanse troepen waren in opstand tegen hun eigen bevelhebbers, alles leek zo goed te gaan. Maar wat gebeurde? De Spaanse generaal belooft zijn soldaten geld, de soldaten willen weer oorlog voeren, en u moet een zware veldslag leveren! Samenwerking met de sultan maakt het