De bedelaars(1986)–Nanne Bosma– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] 13 Thuis Als Paul aanbelt herkent het dienstmeisje hem eerst niet. ‘Ik ben het,’ zegt Paul. ‘O mijnheer Paul, ze zeiden dat u dood was.’ Het meisje begint te huilen. Moeder komt kijken wat er aan de hand is. ‘Paul!’ roept ze. Hij holt naar haar toe. Huilend omhelzen ze elkaar. ‘Lieve jongen, ben je daar weer! Mijn lieve, dappere jongen.’ Moeders mooie kleren worden nat en vuil door de kleren van Paul. Dat vindt ze helemaal niet erg. Vader komt de trap af. ‘Hij is terug! Hij is terug!’ roept moeder. ‘Laten we naar de kamer gaan,’ zegt vader. ‘Doe de deur dicht,’ roept vader naar het dienstmeisje. ‘Nee, nee,’ roept Paul. ‘Mijn vrienden staan nog buiten.’ ‘Je vrienden?’ ‘Ja, Vincent en Bertrand, zij hebben me hierheen gebracht.’ [pagina 77] [p. 77] Een beetje verlegen komen Vincent en Bertrand binnen. Ze gaan allemaal de grote kamer in. Moeder huilt nog steeds. Ze omhelst Paul heel vaak. Dat vindt hij niet leuk. Paul vertelt hoe Vincent hem geholpen heeft en hoe ze het laatste stuk op de kar konden rijden. Vader stapt heen en weer in de kamer. Vincent en Bertrand zitten op het puntje van een stoel. Vader slaat hen op de schouders en roept: ‘Goed werk mannen, goed werk.’ Midden in alle drukte komt het dienstmeisje zeggen dat het eten klaar is. Vader lacht. ‘Dat we dat konden vergeten. Het is tijd om te eten. Kom allemaal naar de eetkamer. Iedereen is mijn gast.’ ‘Met die vuile kleren?’ roept moeder verschrikt. ‘Ik eet wel in de keuken mevrouw,’ zegt Bertrand. Vincent knikt. Dat wil hij ook liever. Vader denkt even na. ‘Goed,’ zegt hij dan. ‘U kunt in de keuken eten. Wij zijn blij dat u Paul hebt thuisgebracht. En jij, Vincent, jij hebt het meest gedaan, jij verdient een mooie beloning.’ [pagina 78] [p. 78] ‘Hij krijgt deze armband,’ roept Paul vrolijk. ‘Maar dat is mijn armband,’ zegt moeder. ‘Dat klopt, ik vond hem na de overval in de koets. Ik heb Vincent beloofd dat hij de armband zou krijgen als hij mij de weg naar huis zou wijzen.’ Moeder kijkt zuur, ze is niet blij. Vader pakt de armband en geeft die aan Vincent. ‘Als dat de afspraak was, heb je hem verdiend,’ zegt hij. ‘Maar als je hem morgen verkopen wilt, kan dat.’ ‘Dat kost u veel geld mijnheer,’ zegt Vincent. ‘Dat zien we morgen wel weer,’ lacht vader. Ze gaan eten. Paul wil in de keuken eten, net als Vincent en Bertrand. Vader en moeder komen ook naar de keuken. Het wordt een gezellige avond. Er is zoveel te vertellen en er is zoveel te eten. Pas heel laat gaat Paul naar bed. Eerst moet hij in bad. De vuile zwerver wordt weer een heer. Zijn zachte, lange nachthemd ligt al klaar. Vincent mag ook blijven slapen. Voor hem is er een plaatsje op de zolder. Bertrand wil verder. ‘Ik kom morgen terug om een paar pannen te repareren,’ zegt hij. ‘Ik koop wel nieuwe van je,’ zegt vader. [pagina 79] [p. 79] ‘Dat is nog beter mijnheer,’ zegt Bertrand. In huis wordt het stil. Paul blaast de kaars uit in zijn kamer. Dan gaat de deur open. Vader en moeder komen samen kijken of hij al in bed ligt. Het is net als vroeger toen hij nog heel klein was. Moeder stopt haar zoon lekker in. Paul vindt het fijn zo verwend te worden. Wat een heerlijk bed. Zo warm, zo zacht. Hij slaapt al als vader en moeder de kamer uitgaan. Vorige Volgende