De bedelaars(1986)–Nanne Bosma– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 80] [p. 80] 14 Twee leerlingen De volgende dag wordt alles weer normaal. Voor Paul ligt er een keurig kostuum klaar, met een mooie pruik. Hij is dat niet meer gewend. Hier moet hij weer gewoon meedoen. Vincent kijkt hem verbaasd aan. ‘Vind je het leuk, er zo deftig bij te lopen?’ Paul haalt zijn schouders op. ‘Ach, het hoort nu eenmaal zo.’ 's Middags zit Vincent bij Paul en zijn ouders. ‘Wat ga jij nu doen Vincent?’ vraagt vader. Vincent haalt zijn schouders op. ‘Weet ik niet.’ Paul heeft een idee. ‘Vader, is er een meubelmaker in de stad?’ ‘Ja natuurlijk jongen, er zijn er wel vijf.’ ‘Hebben die meubelmakers leerlingen nodig?’ ‘Dat weet ik niet.’ ‘Vincent wil meubelmaker worden. Hij heeft geld nodig om leerling te zijn.’ Vader begrijpt wat Paul wil. ‘Dat is een goed idee,’ zegt hij. ‘Wil jij echt meubelmaker worden Vincent?’ ‘Heel graag mijnheer,’ zegt Vincent. ‘Als je een vak kent, ben je nooit arm,’ zegt Paul. [pagina 81] [p. 81] [pagina 82] [p. 82] Ze lachen. ‘Ik praat vandaag nog met een meubelmaker,’ zegt vader. ‘Maak je over het geld maar geen zorgen. De eerste twee jaar betaal ik alles voor je.’ Die middag krijgt Vincent nieuwe kleren. Ze gaan niet naar een winkel. Nee, er komt een kleermaker in het huis. Hij meet Vincent en schrijft getallen op een papier. ‘Overmorgen is alles klaar,’ zegt de kleermaker. Het is voor Vincent alsof hij droomt. Er begint een heel nieuw leven voor hem. Hij loopt later op de middag met Paul in de stad. Iedereen herkent Paul nu. De mensen groeten hem en vragen hoe het er mee gaat. Iedereen weet van zijn avontuur in het bos. Als een held wandelt Paul door Avesnes. Die avond zit Vincent bij Paul in de grote kamer. Vader leest een boek. Moeder borduurt bij de open haard. Vincent wil bedanken voor alles wat vader hem gegeven heeft. Hij gaat naar hem toe en zegt: ‘Ik ben heel blij dat u mij laat leren en ik bedank u ook voor de nieuwe kleren.’ [pagina 83] [p. 83] Dan loopt hij naar moeder toe. Hij geeft haar de gouden armband. ‘Dat is voor de lessen en de nieuwe kleren,’ zegt hij. Moeder is blij en Vincent is ook blij. Nu krijgt hij niet alles zomaar. Hij heeft ervoor betaald. ‘Ik wil ook meubelmaker worden,’ zegt Paul. Vader lacht. ‘Geen sprake van, volgende week ga jij naar school in de grote stad.’ Paul kijkt helemaal niet blij. ‘Dan zijn we allebei leerling,’ zegt Vincent. ‘Ik hier en jij daar.’ Paul zucht. ‘Misschien worden we onderweg wel overvallen,’ zegt hij. Vorige