Balthazar Gerards. Moordenaar en martelaar
(1983)–Nanne Bosma– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
Calvinist of katholiek?Van Balthazar Gerards weten we dat hij aan de extreem katholieke kant stond in het godsdienstgeschil, dat zo nauw verweven is met de politieke gebeurtenissen van de zestiende eeuw. Het is veel moeilijker vast te stellen waar Willem van Oranje tussen de elkaar bestrijdende religies stond. De moord te Delft past zeker niet in het schema: felle katholiek doodt vurig voorvechter van het calvinisme. Over de religieuze overtuiging van Willem van Oranje is veel geschreven, zonder dat men het ooit eens werd. Eén ding is zeker: de figuur Oranje is te complex om hem met succes geheel en al voor de ene of de andere partij te kunnen opeisen. Als Willem van Nassau groeit hij op in een luthers milieu. Na aanvaarding van de erfenis van zijn neef verblijft hij als prins van Oranje aan het hof te Brussel en ontvangt er een katholieke opvoeding. In ballingschap neemt hij eerst het contact met het lutheranisme weer op en leert later in Frankrijk het calvinisme kennen als een geloof dat ook de adel aan kon spreken. In oktober 1573 treedt hij toe tot de calvinistische kerk en blijft daar ingeschreven tot zijn dood. Dr. H.A. Enno van Gelder tekent hierbij aan dat men bij elke beschouwing van deze 'geloofsovergangen' ermee zou moeten rekenen dat de gelovigen in de zestiende eeuw niet scherp op te delen zijn in katholieken, lutheranen, calvinisten en dopersen en dat wisseling van kerk kan plaats vinden zonder dat men het telkens volledig eens is met de hele leer van die kerk.Ga naar eind13. 'Tegenover het katholicisme werden allerlei reformatorische denkbeelden verkondigd, die velen in zeer verschillende mate in zich opnamen, zodat we alleen kunnen spreken van orthodoxe katholieken en hervormingsgezinden, waarnaast dan nog de ver strekkende invloed van de toen zo algemeen gelezen grieks-romeinse klassieken stond.'Ga naar eind14. Het is bij zoveel vaagheid moeilijk te bepalen in hoeverre de persoonlijke overtuiging precies samenviel met de officiële leer van de groep waarbij men zich aansloot. Door de latere scherpe scheidingen tussen de kerken, die in alle facetten van het maatschappelijk leven voelbaar waren en die alleen een òf òf determinatie mogelijk maakten, is het voor ons moeilijk ons voor te stellen hoe men in de zestiende eeuw katholiek kon zijn terwijl men het toch op veel punten eens was met de kerkhervormers. Rond 1560 was het aantal mensen dat zich door doop en avondmaal aansloot bij de kerk van | |
[pagina 37]
| |
Genève heel gering. Willem van Oranje hoorde daar nog lang niet bij. In de Apologie wijst hij er wel op, dat hij de hervormden gunstig gezind was, mede omdat zijn vader in het gebied van de Nassaus al een lutherse hervorming had toegestaan. Maar dit heeft geen invloed op zijn persoonlijk leven, Godsdienst was voor hem in die tijd het geheel van plichten zoals dat aan het hof in Brussel werd opgevatGa naar eind13.. In zijn eigen prinsdom Oranje geeft hij het calvinisme pas enige ruimte als het werkelijk nodig is. In het algemeen dus een wat op uiterlijkheden steunend katholicisme en een welwillende houding ten opzichte van protestanten, met één uitzondering: de revolutionaire wederdopers. Die vorm van maatschappijontwrichtende ketterij kan geen genade vinden in de ogen van de edelman Oranje. De gezagsgetrouwe lutheranen zullen hem, ook van huis uit, wel nader gestaan hebben dan de compromisloze calvinisten. De verdraagzaamheid van Oranje komt, zoals hij ook in de Apologie schrijft, vooral voort uit afkeer van inquisitie en geloofsvervolging. Voor theologische haarkloverij toont hij niet veel waardering. Die tolerantie heeft heel duidelijk politieke achtergronden, een werkelijk doorgevoerde kettervervolging zou het land ruïneren en strenge plakkaten waren onuitvoerbaar. In het prinsdom Oranje nam hij maatregelen die tot feitelijke geloofsvrijheid leidden om de praktische reden dat er teveel ketters waren om de
Fig. 4. foto P. portret Balthazar Gerards, foto naar een pen/penseeltekening, 18e eeuw.
| |
[pagina 38]
| |
ketterij nog te kunnen verdrijven. Na ontvangst van brieven van Filips II in oktober 1565 waarin het bevel stond de inquisitie onverkort te handhaven, nam Willem van Oranje dan ook ontslag uit de Raad van State. Bij de beeldenstorm herstelde hij orde en rust en bij het daarop volgende gewapende verzet van de calvinisten hield hij zich afzijdig en liet vrijwel onder zijn ogen bij Antwerpen (Oosterweel) een calvinistisch legertje vernietigen zonder een hand uit te steken. Ook dr. A.A. van Schelven wijst er op dat er in de zestiende eeuw geen scherpe grenzen zijn tussen de godsdiensten en dat men vaak voor de vorm katholiek bleef en het dan toch al op een aantal punten met de reformatie eens kon zijnGa naar eind15.. De opvallende evenwijdigheid van Oranje's politieke idealen en de keuze van de kerkgemeenschap waar hij zich bij aansluit, wil deze schrijver niet zonder meer toeschrijven aan politiek cynisme en huichelarij. Hij houdt het er op dat Oranje in kerkelijk en theologisch opzicht niet onverschillig, maar wel onkundig was. Oranje is vooral hugenoot en in mindere mate Nederlands calvinist, dit blijkt ook uit de keuze van zijn naaste medewerkers. Indien zijn overgang naar de calvinistische kerk uitsluitend veinzerij geweest was, dan had hij zich wel duidelijker voor de nationale variant van het calvinisme uitgesproken. Het is bekend dat Oranje ernaar gestreefd heeft aan katholieken en protestanten gelijke rechten te geven. Niet direct een politiek om populair mee te worden. Calvinistische doordrijvers zien het als verraad en naarmate er minder van terecht komt verwijten de katholieken hem dubbelzinnigheid. De verhouding tussen Oranje en de calvinisten is bij tijden verre van hartelijk. Zijn afkeer van inquisitie maakt hem ook tegenstander van al te straffe kerktucht van calvinistische kant. Hierover merkt Van Schelven op: 'dat Oranje [...] in het algemeen, om de oefening van kerkelijke tucht, die zij voorstond, toch geen groot bewonderaar en vriend van de Gereformeerde kerkinrichting geweest is'Ga naar eind16.. Al met al blijft het moeilijk iets zinnigs te zeggen over de godsdienst-politiek van Oranje. Eeuwen geschiedschrijving hebben het niet duidelijker gemaakt. Nog altijd kunnen de emoties hierover hoog oplopen, omdat zo vaak geprobeerd is de historische figuur Willem van Oranje voor de ene of de andere partij te annexeren.
Zeker is in ieder geval dat Balthazar Gerards zich vergist heeft als hij meende in 1584 een echte ketter neer te schieten, als we onder een echte ketter verstaan iemand die de 'nieuwe leer' met hart en ziel is toegedaan. Veeleer is het zo dat de kerkelijke keuze van Oranje steeds ondergeschikt was aan andere overwegingen, terwijl zich in de man zelf een religieus ontwikkelingsproces voltrok, dat niet noodzakerlijkerwijs parallel liep met de credo's van de kerken waarbij hij ingeschreven stond. |