Nederlandsche bezittingen in Azia, Amerika en Afrika
(1818)–Johannes van den Bosch– AuteursrechtvrijIn derzelver toestand en aangelegenheid voor dit Rijk, wijsgeerig, staatshuishoudkundig en geographisch beschouwd
[Deel 1] | |
[pagina IV]
| |
[pagina IX]
| |
Sire!Het is even veel eer als aanbeveling voor dit mijn Werk, met Uwe vergunning, aan deszelfs hoofd eenen naam te mogen dragen, waarbij ieder braaf Nederlander gewoon is zich alles goeds en edels voortestellen, - Uwen naam, Sire! als den begunstiger eener onderneming, verheven misschien boven mijne krachten, maar waartoe eene warme zucht voor de groote belangen mijns Vaderlands | |
[pagina X]
| |
mij den moed, en een veeljarig ondervinding-rijk verblijf in Neêrlands Indië, welligt eenige geschiktheid verschaften.
Doordrongen, Sire! gelijk ik ben, van de overtuiging, dat deze aanmoediging, deze bescherming van mijnen arbeid, alleen berust op de wenschen, die Uwe K.M. aanhoudend koestert voor de ontwikkeling en daarstelling van alles, wat het heil des volks, inzonderheid de herstelling onzer gewigtige Overzeesche Bezittingen en des Kolonialen handels tot den thans hoogst-mogelijken bloeistand bevorderen, ons de schoone dagen der vaderen terug brengen, en roem en welvaart aan het Vaderland hergeven kan: durve ik het wagen, de resultaten mijner waarnemingen op dit stuk vrijmoedig onder het verlicht oog Uwer K.M. te plaatsen; durve ik, met de bewustheid van het on- | |
[pagina XI]
| |
volkomene mijner poging, het vertrouwen paren op eene zoo billijke als gunstige overweging van mijn geschrijf. Zelfs dan, wanneer Uwe K.M. oordeelen mogt, eene andere rigting aan Deszelfs beschouwingen en oordeel te moeten geven, aangaande het Staats, - Financiëel- of Handelkundig belang onzer gewigtige buitenlandsche Etablissementen, - ja, ook dan nog, zal Uwe K.M. mijnen goeden wil niet miskennen, zoo min als de redelijke gronden mijner wijze van zien en denken over dit onderwerp. Verre, van mij te verwarren met eenen reij van drieste oudheidprijzers, die geene plaats vergunnen aan eenige wijziging, door den loop van tijden en zaken geboden, en daarom welligt boven iets vroegers verkieslijk; zal Uwe K.M. mij het regt doen van te gelooven, dat ik zonder eenig bijdoel het beste voor onze brave natie beöogde, en, waar ik mogt gedwaald hebben, | |
[pagina XII]
| |
op het spoor der waarheid en der zuivere vaderlandsliefde dwaalde.
Met de beste wenschen voor Uwer Koninklijke Majesteits Persoon, Huis en gelukkige Regering, zal ik altijd zijn,
SIRE!
Van Uwe Koninklijke Majesteit,
De gehoorzame en getrouwe onderdaan,
J. van den Bosch. |
|