In ons opkomende gedachten.
Beginselloos en toegevende aan elken indruk, koesterde hij nu eens weer een goede beweging des harten, om welhaast duizenderlei kwade gedachten en booze overleggingen in zijn hoofd te laten rondstormen, zonder gemoedsbezwaar. Het waren slechts vluchtige invallen, niet altijd ten volle gemeend, maar toch, er is een groot gevaar in, zekere gedachten, als zij opkomen, niet terstond met afschuw van zich te weren en met krachtige geestelijke wapenen te bekampen. De teerheid gaat er onder verloren, en biedt zich een gelegenheid tot zondigen aan op een onbewaakt oogenblik. Dan is men gemeenzaam geworden met de daad en zij wordt gepleegd.