Eenzaamheid.
Een stille, ernstige natuur heeft het gedruisch der wereld niet noodig voor haar geluk, maar heeft integendeel de eenzaamheid lief; niet de stugge, zelfgenoegzame eenzaamheid, die zich afsluit voor allen invloed van buiten; niet de eenzaamheid, die de kilheid in 't harte brengt, maar de eenzaamheid die zich toegankelijk stelt voor alle goede, heilige indrukken, en die worstelt tegen de kwade; de eenzaamheid als die der kinderlooze weduwe, die den schat harer liefde rondom zich verspreidt.