| |
| |
| |
Districten, steden, dorpen
In Suriname zijn meer dorpen dan steden. De steden die er zijn, bevinden zich aan de kuststrook, doordat dit gebied het meest toegankelijk is. De rest van het land is immers vooral tropisch regenwoud. Op bepaalde plekken in dit grote woud liggen dorpen, vaak in de buurt van een rivier.
| |
Paramaribo
Straatbeeld in Paramaribo.
De hoofdstad van Suriname is Paramaribo. Van hieruit wordt het land bestuurd en ook is dit het economische hart van het land. De naam Paramaribo komt waarschijnlijk van Parmurbo, een vroeger indianendorp. Naast moderne gebouwen staan er nog veel oude houten huizen in de stad, een overblijfsel van de koloniale tijd toen hier de rijke plantage-eigenaren woonden en andere rijke mensen. In de kleine houten huisjes woonde de arme bevolking, onder wie de slaven. Deze bebouwing is uniek, en daarom staat de hele stad op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het betekent dat je er zuinig op moet zijn en dat het land goed zijn best moet doen om het erfgoed in goede staat te houden. Er is een ruim aanbod van winkels, markten en malls (= grote overdekte winkelcentra).
Vroeg in de ochtend zijn op veel plaatsen al krantenverkopers actief.
| |
Onafhankelijkheidsplein
Mannen met wedstrijdvogeltjes.
Het presidentieel paleis, gelegen aan het Onafhankelijkheidsplein.
Op het Onafhankelijkheidsplein is regelmatig iets te doen. Iedere zondagochtend zie je mannen met vogelkooitjes op het plein. Veel mannen hebben een vogeltje, waarmee ze onderling wedstrijden doen. Het vogeltje dat binnen een kwartier het vaakst zingt, is de winnaar. Ook in Nieuw-Nickerie en zelfs in Nederlandse steden waar veel Surinamers wonen, worden deze wedstrijden gehouden.
| |
| |
Districten - Suriname is opgebouwd uit tien districten (zoiets als provincies). Ze heten: Marowijne, Commewijne, Paramaribo, Wanica, Saramacca, Coronie, Nickerie, Para, Brokopondo en Sipaliwini - dit is het grootste district. Het bestaat voornamelijk uit tropisch regenwoud. Het kleinste district is Paramaribo; hier wonen de meeste mensen.
De Palmentuin is een geliefde plek in Paramaribo. Tijdens feestdagen organiseert men hier allerlei leuke evenementen.
De Petrus en Pauluskathedraal uit het eind van de negentiende eeuw valt direct op in de stad. Het is het grootste houten gebouw op het Zuid-Amerikaanse continent. De graftombe van Peerke Donders, een Nederlandse priester uit Tilburg, ligt hier.
De kathedraal staat al jarenlang in de steigers vanwege restauratiewerkzaamheden (= herstellen in vroegere toestand).
| |
District Nickerie
Een belangrijk natuurgebied in Nickerie is Bigi Pan. Het is de broedkamer van vele vogels. En... de supermarkt, want het wemelt er van de garnalen en vissen.
De tweede grote stad is Nieuw-Nickerie, hoofdstad van het district Nickerie, gesticht in het jaar 1879. De stad ligt aan de monding van de Corantijn en de Atlantische Oceaan. In de koloniale periode lagen hier bloeiende plantages, waar koffie, cacao, suiker, bananen, aardvruchten en maïs werden verbouwd. Maar aan het eind van de negentiende eeuw, na hevige en langdurige regenval, begon de malariamug dood en verderf te zaaien. De mensen gingen dood en de plantages raakten in verval. Rond 1900 bloeide hier de balata-industrie op; toen de balata (= rubber-product) niet meer genoeg opbracht, ging men over op rijstbouw. Dat is nu nog steeds het belangrijkste gewas in dit gebied, samen met de bakoven (= een soort banaan) en de kwikwi (= een geschubde vissoort).
| |
District Coronie
Totness is de hoofdstad van het district Coronie. De naam van dit dorp is Schots en stamt uit de tijd van de Britse overheersing. In Coronie lagen in het verleden suiker- en katoenplantages - voornamelijk aan de kust - wat zeldzaam was. Dit district werd dan ook de Zeekust genoemd. Later werden hier op grote schaal kokospalmen verbouwd, waar men olie uit won. De kokosindustrie produceert alleen voor lokaal gebruik. Rijst en honing zijn producten waar Coronie bekend om is. Ook is hier varkensveeteelt.
De hoofdstraat in Totness. In stalletjes langs de weg zijn groenten en fruit te koop. In Coronie verkoopt men ook kokosolie.
| |
| |
| |
District Marowijne
Albina. Markt aan het water.
De hoofdstad van het district Marowijne is Albina. In het verleden was het een bruisend stadje, waar mensen graag een dagje naartoe gingen om te verpozen aan de oevers van de Marowijnerivier. Tijdens de Binnenlandse Oorlog in de jaren tachtig van de vorige eeuw is hier echter veel gevochten. De stad verloor zijn vrolijke karakter. Tegenwoordig is men weer met de opbouw bezig. Albina is door zijn ligging belangrijk. Veel boten vertrekken hiervandaan naar het dorp Galibi aan de monding van Marowijne en naar het zuiden. Ook is het de grensstad naar Frans Guyana. Er is hier altijd veel bedrijvigheid.
| |
District Commewijne
Tegenwoordig is er een openluchtmuseum in Nieuw Amsterdam. Er staan nog altijd twee kruithuizen, van 1740 en 1778.
De hoofdplaats van dit district is Nieuw Amsterdam. Hier werd tussen 1734 en 1747 een fort gebouwd. Samen met andere forten diende het als verdedigingslijn tegen vijandelijke vloten.
In het koloniaal verleden lagen in dit gebied de meeste plantages. Daar zijn er nog een aantal van over en deze kun je dan ook bezichtigen. Veel bewoners verbouwen gewassen om te verkopen op de markt, maar ook voor eigen gebruik.
In Commewijne leven veel mensen van de visserij. Sommigen zijn visser, anderen werken in de visverwerking. Deze mevrouw kookt garnalen.
Matapica is een moeilijk bereikbaar gebied voor de mens, maar des te beter voor de grootste zeeschildpadden ter wereld! Jaarlijks komen ze hier hun eieren leggen. Ook staat dit gebied bekend om de vogels die hier voorkomen.
| |
District Saramacca
Raar maar waar, Suriname heeft ook een Groningen. Het is zelfs de hoofdstad van het district Saramacca. De naam stamt uit de tijd dat Nederlandse boeren naar Suriname emigreerden. Het is een klein dorpje, maar er is genoeg te beleven. Veel mensen gaan er lekker vissen in de Saramaccarivier.
De grond in dit gebied is erg vruchtbaar, daarom hebben veel mensen een bedrijf in de landbouw. Een dagje naar Saramacca betekent lekker smikkelen van allerlei lekkere vruchten. Ook doet men in dit gebied aan aardoliewinning.
| |
| |
| |
District Para
Lekker zwemmen in de Colakreek! Het water heeft de kleur van cola, vandaar de naam. Die kleur ontstaat doordat er bladeren in het water vallen. Zo blijft de zuurgraad van het water constant.
In de zeventiende eeuw vestigden zich veel plantagehouders in het district Para. Ook de Jodensavanne ligt hier en het Johan Adolf Pengel Airport. In het gebied vindt bosbouw plaats en er wordt bauxiet gewonnen. Een belangrijk bedrijf dat bauxiet verwerkt is Paranam. Veel mensen verdienen hun geld in de landbouw. Gewassen die verbouwd worden zijn cassave, tayer (= knolgewas), ananas en napi (= aardvrucht).
| |
District Brokopondo
In dit district met de gelijknamige hoofdstad ligt het enorme Brokopondo Stuwmeer.
In dit gebied wordt veel aan goudwinning gedaan, maar ook aan houtkap, steenkoolwinning en veeteelt. Veel toeristen komen hier naartoe om de eilanden in het stuwmeer te bezoeken of om te wandelen op de Brownsberg. Dwars door het district loopt de Afobakaweg, die de hoofdstad Paramaribo met Atyoni verbindt. Het is de enige weg pal naar het zuiden.
Veel mensen wandelen op de Brownsberg. Je vindt er prachtige watervallen, zoals de Ireneval.
| |
District Wanica
De hoofdstad van Wanica is Lelydorp. Vroeger heette dit plaatsje Kofidyonpo. Dyonpo betekent ‘springen’. In de tijd van de slavernij sprong de slaaf Kofi (betekent ‘geboren op vrijdag’) tijdens zijn vlucht over een kreek in een poging zich op deze plek in veiligheid te brengen.
Begin twintigste eeuw legde gouverneur Lely hier een spoorweg aan. Om hem te eren werd het dorp naar hem vernoemd. In Nederland realiseerde dezelfde gouverneur de Zuiderzeedijk.
In Wanica hebben zich veel Javanen gevestigd en daardoor zijn er vele warungs (= eettentjes) te vinden. Het district leent zich goed voor landbouw en de verbouw van groenten en fruit.
Santigron is een marrondorp waar veel toeristen op bezoek komen, omdat het dichtbij Paramaribo ligt. Domburg is een andere bekende plaats. Het is het startpunt van de beroemde jaarlijkse zwemwedstrijd van Domburg naar Paramaribo, 18 kilometer zwemmen in de Surinamerivier!
| |
| |
| |
District Sipaliwini
In het dorpje Apetina staan veel huizen op neuten (= palen). Ongedierte (of wilde dieren) kunnen zo niet, of alleen met moeite naar binnen. En... hoog maar droog, mocht het water stijgen.
In dit district wonen de minste mensen. Het overgrote deel is ondoordringbaar oerwoud. De bewoners zijn voornamelijk indianen (inheemsen) en marrons. Dieren zijn in dit gebied ver in de meerderheid. Het is een prachtig gebied om te genieten van de natuur en cultuur. De stad is ver weg. Wel zijn er op bepaalde plekken medische voorzieningen en scholen.
| |
Inheemsen- en marrondorpen
De marrondorpen vallen op doordat de huizen vaak prachtig versierd zijn door spijkertjes of mooie beschilderingen. Hier wonen de marrons of bosnegers. De dorpen liggen verspreid over verschillende districten. De houten huisjes staan vlak bij elkaar. Heel belangrijk in een marrondorp zijn de offerplaatsen, waar de voorouders worden geëerd; voor de bewoners een betekenisvol ritueel.
Wanneer je in de ochtend zo'n dorp bezoekt, is het er rustig. De vrouwen zijn op hun kostgrondje aan het werk. Dat is een stuk open gekapt bos, waar ze verschillende soorten groenten en fruit verbouwen. De mannen zijn regelmatig voor langere periode van huis; zij werken diep in het bos of zelfs in buurland Frans Guyana.
Marrongezin voor hun woning.
De dorpen waar de indianen (inheemsen) wonen, zijn ruim opgezet, dat wil zeggen dat de huizen niet dicht op elkaar staan. Veel inheemsen wonen in hutten gemaakt van pina-bladeren, maar tegenwoordig zie je ook stenen huizen die gemaakt zijn van westerse bouwmaterialen. Ook in de marrondorpen is dit het geval. Inheemse gezinnen hebben eveneens een kostgrondje waarop ze hun voedsel verbouwen. Dorpelingen in het diepe binnenland leven vaak nog primitief, van jagen en verzamelen. Door het toenemende contact met de stad zie je hier steeds meer moderniteiten, zoals televisies of computers. Veel dorpen, ook de marrondorpen, hebben generatoren, zodat er stroom is op gezette tijden. Een aantal van deze generatoren werkt op zonnepanelen. Er is zon genoeg en het is ook nog eens goed voor het milieu!
Het uitgestrekte dorp Galibi, district Marowijne.
|
|