Michaelis, Hanny
Nederlands dichteres (Amsterdam 19.12.1922 – Amsterdam 11.6.2007). Hanny Michaelis was van 1948 tot 1959 gehuwd met G.K. van het Reve, over wie ze na jaren schreef in Hanny Michaelis over Gerard Reve (1987).
Michaelis debuteerde in 1949 met de bundel Klein voorspel. Daarop volgden met vrij grote tussenpozen de bundels Water uit de rots (1957), Tegen de wind in (1962), Onvoorzien (1966), De rots van Gibraltar (1969) en Wegdraven naar een nieuw Utopia (1971). Vanaf die laatste bundel verscheen geen nieuwe poëzie meer.
Michaelis schreef poëzie die door critici existentialistisch genoemd is. In elk geval wordt haar werk gevoed door thema’s als angst, eenzaamheid, wanhoop en verdriet en wordt dat alles sterk persoonlijk uitgewerkt. Ze doet dat in sobere bewoordingen, gebruik makend van een sterk intiem en karig woordgebruik. Haar werk wordt vanwege het persoonlijke karakter gezien als typerend voor de Tirade-dichters, in welk tijdschrift ze ook haar meeste poëzie, maar ook enkele essays publiceerde.
In 1989 maakte Michaelis een keuze uit haar poëzie in Het onkruid van de twijfel. In 1996 werden haar Verzamelde gedichten gepubliceerd en in 2007 verschenen postuum haar Nagelaten gedichten.
Michaelis vertaalde kinder- en jeugdliteratuur uit het Engels en bovendien een biografie van De Sade. J.J. Voskuil stelde een bloemlezing uit haar poëzie samen onder de titel Hanny Michaelis. Een keuze uit haar gedichten (2005).
In 1966 kreeg Michaelis de Jan Campertprijs voor haar bundel Onvoorzien. In 1995 werd haar de Sjoerd Leikerprijs toegekend en in datzelfde jaar de Anna Bijnsprijs voor haar gehele oeuvre.