Marlee, Paul
Pseudoniem van Paul Armand Nijbroek, Surinaams dichter en prozaschrijver (Paramaribo 20.6.1938). Nijbroek studeerde tropische landbouw, Engels en literatuurwetenschap in Deventer, San Juan (Puerto Rico) en New York. Hij werkte bij het ministerie van landbouw en was leraar. In Suriname was hij werkzaam bij de Academie voor Hoger Kunst- en Cultuuronderwijs. Hij is oprichter van het tijdschrift Kolibri.
Onder pseudoniem debuteerde Marlee met in het Nederlands geschreven gedichten in de bundel Fluïdum (1968), waarin overigens ook een gedicht in het Sranan Tongo en een in het Engels voorkomt. Daarna volgden de bundels PH-7 (1969) en Thokat (1975).
Met Boropata’s (1974), waarvan de Sranan Tongo-titel vertaald kan worden als ‘versleten gympies’, verscheen zijn eerste proza. Later zou hij deze tekst volledig herzien en onder dezelfde titel als tweede druk laten verschijnen in 1989.
Marlee’s belangrijkste prozawerk is de roman Proefkonijn (1985). Het is een complexe roman die gezien wordt als een nouveau roman, omdat de techniek van vertellen daarmee overeenkomsten vertoont. In deze experimentele roman met filosofische en soms mystieke aspecten geeft Marlee het relaas van een Surinaamse man die langs allerlei omwegen zijn plaats in het maatschappelijk leven zoekt en vindt. Proefkonijn is de eerste Surinaamse roman die in het Engels werd vertaald onder de titel Guinea-pig (1990).